Onderhoud; Algemeen Onderhoud; Hogedrukslang; Reparaties Aan Het Apparaat - WAGNER NESPRAY PLUS Manual De Instrucciones

NL
ONDERHOUD / REPARATIES AAN HET APPARAAT
11.

ONDERHOUD

11.1

ALGEMEEN ONDERHOUD

Volgens de richtlijnen van de Duitse branche-
vereniging is ook voor vloeistofspuitappara-
tuur jaarlijkse inspectie door een deskundige
verplicht - inclusief de aantoonbaarheid
daarvan.
Onderhoud aan het apparaat kunt u door de
servicedienst van Wagner laten uitvoeren.
Met een onderhoudscontract en/of onder-
houdspakketten gelden gunstige voorwaar-
den.
Minimale inspectie voor iedere inbedrijfstelling
1. De hogedrukslang, het spuitpistool, de draaigeleiding
van de slanghaspel, het aansluitsnoer, de stekker en de
contactdoos en de aansluitkabel van de slanghaspel op
beschadigingen controleren.
2. De afleesbaarheid van de drukmeter controleren.
Periodieke inspecties
1. Het inlaat-, uitlaat-, en ontlastingsventiel en het hoge-
drukfilter op slijtage controleren, reinigen en slijtdelen
vervangen.
2. De filterinzetten (spuitpistool, hogedrukfilter, aanzuigsys-
teem) reinigen en zonodig vervangen.
11.2

HOGEDRUKSLANG

Controleer de hogedrukslang visueel op eventuele beschadi-
gingen of zwakke plekken, met name bij de overgang naar het
bedieningspaneel. Wartels moeten soepel kunnen draaien. De
geleidbaarheid van minder dan 1 MΩ moet voor de complete
lengte gelden.
De isolatie van de verwarmingsdraad in de hogedrukslang
testen met 1000 V gelijkspanning. Hiervoor is speciale meet-
apparatuur nodig.
Laat elektrische inspecties uitvoeren door de
servicedienst van Wagner.
Bij oude hogedrukslangen stijgt het risico op
beschadigingen.
Wagner raadt aan, de hogedrukslang na 6
jaar te vervangen.
52
12.

REPARATIES AAN HET APPARAAT

Schakel het apparaat uit
Voor alle reparaties – de netstekker verwij-
deren.
12.1

INLAATVENTIELKNOP

1. Schroef de inlaatventielknop met een sleutel 17 mm los.
2. Vervang de schraper (1) en de O-ring (2).
2
1
12.2

INLAATVENTIEL

1. Plaats de bijgeleverde sleutel 30 mm op de knopbehui-
zing (1).
2. Maak de knopbehuizing (1) los door zachtjes met een ha-
mer op het uiteinde van de sleutel te tikken.
3. Schroef de knopbehuizing samen met het inlaatventiel (3)
uit de materiaaltransportpomp.
4. Verwijder de sluitbeigel (4) met de bijgeleverde schroe-
vendraaier.
5. Plaats de bijgeleverde sleutel 30 mm op het inlaatventiel
(3). Trek het inlaatventiel met een draaiende beweging
voorzichtig eruit.
6. Reinig de ventielzitting (5) met reinigingsmiddel en kwast
(let erop, dat er geen haren van de kwast achterblijven).
7. Reinig de afdichtingen (6, 7), controleer deze op bescha-
digingen en vervang deze zonodig.
8. Controleer alle ventieldelen op beschadigingen. Bij zicht-
bare slijtage het inlaatventiel vervangen.
NESPRAY PLUS
(UIT).