Hoofdstuk
5
Zijde
34
5.3.3
Apparaat bewegen
Regelaar uitzetten.
Apparaat uitschakelen met de aan-/uitschakelaar.
De netstekker uit het stopcontact trekken en in de hiervoor bedoelde houder hangen.
Beide blokkeerremmen losmaken.
Apparaat aan de duwhandgrepen vastpakken en naar de bestemming verplaatsen.
Op de plaats van bestemming aangekomen de blokkeerremmen weer vastzetten om wegrollen van
de wagen te voorkomen.
Netstekker in geschikte veiligheidswandcontactdoos steken.
Apparaat inschakelen met de aan-/uitschakelaar.
Met de regelaar de gewenste temperatuur instellen.
5.4
Maatregelen voor het bedrijfseinde
WAARSCHUWING
Mobiele apparaten
Op de plaats van bestemming aangekomen de blokkeerremmen weer vastzetten om wegrollen van
de wagen te voorkomen.
Regelaar uitzetten.
Apparaat uitschakelen met de aan-/uitschakelaar.
De netstekker uit het stopcontact trekken en in de hiervoor bedoelde houder hangen.
Inbouwapparaten
Apparaat uitschakelen met de aan-/uitschakelaar.
Bordenstapelaar
TE-2/V19-26, 27-33 | TE-2/VK19-26 | TEH-1/V19-26, 27-33 | TEH-2/V19-26, 27-33 | TEUH-1/VS19-26 | TEUH-2/VS19-26, 27-33 | TEUH-2/VC19-26
EBR/V19-26, 27-33 | EBRH/V19-26, 27-33 | EBRH-2/V19-26
Gevaar door hete oppervlakken
De binnenkanten van het apparaat en de bodemplaten kunnen na het bedrijf
heet zijn en koelen aan de lucht slechts langzaam af.
Laat het apparaat voor de reiniging met afgenomen afdekkap lang genoeg
afkoelen en draag geschikte beschermhandschoenen.
Bediening
Maatregelen voor het bedrijfseinde
4330000_A3