VOORZORGSMAATREGELEN BIJ HET GEBRUIK VAN HET
V.A.C.ULTA™ THERAPY SYSTEM
Standaard voorzorgsmaatregelen: Ter vermindering van het risico op overdracht van
pathogenen via het bloed moeten er bij alle patiënten, ongeacht hun diagnose of veronderstelde
infectiestatus, standaard voorzorgsmaatregelen voor infectiebeheersing worden toegepast. Draag
behalve handschoenen ook een operatiejas en een veiligheidsbril als u kunt worden blootgesteld
aan lichaamsvloeistoffen.
Continue versus DPC (Dynamic Pressure Control) V.A.C.
V.A.C.
Therapy wordt aanbevolen bij instabiele structuren, zoals een instabiele borstwand of niet-
®
intacte fascie, om beweging te minimaliseren en het wondbed te stabiliseren. Continue therapie
wordt ook algemeen aanbevolen voor patiënten met een verhoogd risico op bloedingen, sterk
exsuderende wonden, verse huidflappen en transplantaten en wonden met acute enterale fistels.
OPMERKING:
toediening van topische oplossingen en suspensies intermitterende V.A.C.
Therapy en wordt niet aanbevolen voor de bovenstaande wondtypen en/of
omstandigheden.
Afmetingen en gewicht van de patiënt: Bij het voorschrijven van V.A.C.
VeraFlo™ Therapy moet rekening worden gehouden met de afmetingen en het gewicht van de
patiënt. Zuigelingen, kinderen, sommige kleine volwassenen en ouderen dienen nauwlettend te
worden gecontroleerd op vloeistofverlies en uitdroging. Ook patiënten met sterk exsuderende
wonden of grote wonden in verhouding tot hun afmeting en gewicht moeten nauwgezet worden
gecontroleerd, omdat deze het risico lopen op overmatig vloeistofverlies en uitdroging. Bij het
monitoren van de vloeistofproductie moet het volume aan vloeistof in zowel de slang als de
opvangbeker in aanmerking worden genomen.
Ruggenmergletsel: Indien bij een patiënt autonome dysreflexie optreedt (plotselinge
veranderingen in de bloeddruk of de hartfrequentie als reactie op de stimulatie van het
sympatische zenuwstelsel), moet de V.A.C.
om te proberen de sensorische stimulatie te minimaliseren en moet onmiddellijk medische hulp
worden ingeroepen.
Bradycardie: Om het risico op bradycardie tot een minimum te beperken, mogen V.A.C.
en V.A.C. VeraFlo™ Therapy niet worden toegepast in de buurt van de nervus vagus.
Enterale fistels: Wonden met enterale fistels vereisen speciale voorzorgsmaatregelen voor een
optimale V.A.C.
®
Therapy. Raadpleeg de klinische richtlijnen voor V.A.C.
informatie. V.A.C.
Therapy wordt niet aanbevolen als het enige doel hiervan de behandeling of
®
beheersing van de afscheiding van een enteraal fistel is.
OPMERKING:
enterale fistels om contaminatie van de wond te voorkomen.
Therapy: Het gebruik van continue
®
V.A.C. VeraFlo™ Therapy biedt vanwege de gecontroleerde
®
Therapy of V.A.C. VeraFlo™ Therapy worden gestopt
V.A.C. VeraFlo™ Therapy mag niet worden gebruikt op
78
®
Therapy of V.A.C.
®
Therapy
®
®
Therapy voor meer