1. Instrumentveiligheid en Certificaten
De SIRIUS Multigas Detector is bedoeld voor gebruik door getraind en gekwalificeerd per-
soneel. Het instrument is ontworpen voor toepassing bij uitvoering van een gevarenvast-
stelling voor:
•
vaststellen van potentiële blootstelling van personen aan brandbare en toxische gassen
en dampen;
•
bepaling van de juiste gas- en dampbewaking die nodig is voor een werkplek.
De SIRIUS Multigas Detector kan worden uitgerust voor detectie van:
•
brandbare gassen en bepaalde brandbare dampen
•
vluchtige organische verbindingen (volatile organic compounds, of VOC's)
•
teveel of te weinig zuurstof in lucht
•
bepaalde toxische gassen waarvoor een sensor is geïnstalleerd.
LET OP:
•
Lees en volg alle aanwijzingen aandachtig.
•
Controleer de kalibratie dagelijks voor gebruik en stel deze zo nodig af.
•
Controleer de kalibratie vaker indien blootgesteld aan siliconen, silicaten, loodhou-
dende verbindingen, zwavelwaterstof of grote mate van vervuiling.
•
Controleer de kalibratie opnieuw wanneer de eenheid aan schokken is blootgesteld.
•
Alleen toepassen voor detectie van gassen/dampen waarvoor een sensor is geïn-
stalleerd.
•
Niet gebruiken voor detectie van brandbare stofwolken of nevels.
•
Zorg ervoor dat er voldoende zuurstof aanwezig is.
•
Sluit de pomptoevoer en sensors niet af.
•
Gebruik alleen Teflon-monsternameslangen voor reactieve gassen zoals Cl
NH
, HCN en voor snel vervliegende organische verbindingen zoals benzine en
3
vliegtuigbrandstof.
•
Leg het uiteinde van een monsternameslang niet in vloeistof.
•
Gebruik alleen door MSA goedgekeurde monsternameslangen.
•
Gebruik geen siliconen buizen of siliconen monsternameslangen.
•
Wacht op een nauwkeurige meetwaarde; de reactietijd kan variëren op basis van het
gas of de damp en de lengte van de monsternameslang.
•
De meetwaarden op het instrument moeten worden geïnterpreteerd door opgeleid en
gekwalificeerd personeel.
•
Houd rekening met reproduceerbaarheid.
•
Voordat VOC responsiefactoren worden gebruikt, of alarmwaarden worden ingesteld
(blootstellingen, MAC TGG, MAC), bepaal goed welk VOC-gas zal worden gemeten.
•
Denk er aan dat in VOC Auto-range de meetwaarden worden weergegeven in stappen
van 100 ppb.
•
Zorg ervoor dat de aangebrachte PID-lamp overeenkomt met de instelling voor de
PID-lamp op het beeldscherm van het instrument.
•
Een Li ION-accu mag niet worden opgeladen en Alkaline-batterijen mogen niet
worden verwisseld in een brandbare atmosfeer.
•
Het instrument mag niet worden gewijzigd of aangepast.
Instrumentveiligheid en Certificaten
1
, PH
,
2
3
5