Anleitung RT-SB 305 U_SPK2:_
NL
9. Gebruik
Let op! Na elke nieuwe afstelling is het aan te raden
een proefsnede uit te voeren om de afgestelde
afmetingen te controleren.
Bij het snijden is telkens de bovenste
lintgeleiding (11) zo dicht mogelijk bij het
werkstuk te plaatsen (zie 7.6)
Het werkstuk moet steeds met de beide handen
worden geleid en vlak op de lintzaagtafel (15)
worden gehouden om te voorkomen dat de
zaagband (25) gaat klemmen.
Het voorschuiven van het werkstuk dient altijd
met gelijkmatige druk te gebeuren die juist
volstaat zodat de zaagband probleemloos door
het materiaal snijdt maar niet blokkeert.
Steeds de parallelaanslag (23) voor alle
snijtaken gebruiken waarvoor ze kunnen worden
ingezet.
Het is beter een snede in één keer uit te voeren
dan in meerdere stappen waar mogelijk een
terugtrekken van het werkstuk voor nodig is. Als
desondanks het terugtrekken niet te vermijden is,
moet de lintzaagmachine vooraf worden
uitgeschakeld en het werkstuk mag dan pas
terug worden getrokken nadat de zaagband (25)
tot stilstand is gekomen.
Bij het zagen moet het werkstuk altijd met zijn
langste kant worden geleid.
Let op! Bij het bewerken van smalle werkstukken
dient u zeker een schuifstok te gebruiken. De
schuifstok (28) steeds binnen handbereik op de haak
(29) bewaren die ervoor aan de zijkant van de zaag
is voorzien (fig. 27).
9.1. Uitvoeren van langssneden (fig. 20)
Hierbij wordt een werkstuk in lengterichting
doorsneden.
Parallelaanslag (23) aan de linkerkant (indien
mogelijk) van de zaagband (25) overeenkomstig
de gewenste breedte afstellen.
Zaagbandgeleiding (11) op het werkstuk
verlagen. (zie 7.6).
Zaag aanzetten.
Eén kant van het werkstuk met de rechter hand
tegen de parallelaanslag (23) drukken terwijl de
vlakke zijde op de zaagtafel (15) ligt.
Werkstuk gelijkmatig langs de parallelaanslag
(23) de zaagband (25) in schuiven.
Belangrijk: lange werkstukken aan het einde van
het snijden beveiligen tegen neerkantelen (b.v.
door afrolstandaard enz.).
46
03.10.2008
9:37 Uhr
Seite 46
9.2. Uitvoeren van schuine sneden (fig. 22)
Zaagtafel op de gewenste hoek afstellen (zie
8.3)
Snede uitvoeren zoals beschreven onder 9.1.
9.3. Snijden uit de losse hand (fig. 25)
Een van de belangrijkste kenmerken van een
lintzaagmachine is het probleemloos snijden van
krommen en radii.
Zaagbandgeleiding (11) op het werkstuk
verlagen. (zie 7.6).
Zaag aanzetten.
Werkstuk hard op de zaagtafel (15) drukken en
langzaam de zaagband (25) in schuiven.
Bij het snijden uit de losse hand is het aan te
bevelen het werkstuk minder snel vooruit te
schuiven zodat de zaagband (25) de gewenste
lijn kan volgen.
In vele gevallen is het van groot nut, krommen
en hoeken ongeveer 6 mm weg van de lijn grof
uit te zagen.
Als u krommen moet zagen die te eng zijn voor
de gebruikte zaagband, moeten hulpsneden tot
aan de voorkant van de kromme worden
gezaagd zodat die tot houtafval worden als de
definitieve radius wordt uitgezaagd.
10. Onderhoud
Let op! Netstekker uit het stopcontact
verwijderen.
Machine regelmatig van stof en
verontreinigingen ontdoen. Voor het
schoonmaken gebruikt u best een fijne borstel of
een doek.
Gebruik voor het schoonmaken van de kunststof
geen bijtende middelen.
11. Bestellen van wisselstukken
Gelieve bij het bestellen van wisselstukken de
volgende gegevens te vermelden:
type van het gereedschap
artikelnummer van het gereedschap
identnummer van het gereedschap
Wisselstuknummer van het benodigde stuk.
Actuele prijzen en info vindt u terug onder
www.isc-gmbh.info