LCD-monitor monteren
Neem de volgende instructies bij het aanleggen van de aansluitkabels in acht:
Gebruik voor de doorvoer van de aansluitkabels indien mogelijk originele doorvoeren
of andere doorvoermogelijkheden, zoals ventilatieroosters. Als er geen doorvoeren
zijn, moet u een gat van ∅ 22 mm boren. Controleer van tevoren of er voldoende
ruimte is voor de boor aan de achterkant (afb. 2, pagina 4).
Dek de boring af met de doorvoering (afb. b 1, pagina 7) in de bodemplaat van de
monitorhouder.
Om schade aan de kabel te vermijden, houdt u bij het plaatsen van de kabels altijd
voldoende afstand tot hete voertuigdelen (lampen, verwarming, ventilatoren enz.).
Let er bij het leggen van de kabels (afb. 3, pagina 4) op dat deze
– niet te sterk worden geknikt of verdraaid,
– niet langs randen schuren,
– niet zonder bescherming door openingen met scherpe kanten worden gelegd.
Monitor als achteruitrijvideosysteem aansluiten (afb. d, pagina 8)
➤ Monteer de aansluitkabel van de monitorhouder op het dashboard.
➤ Steek de stekker van de monitorkabel (2) in de bus (4) van de aansluitkabel (3).
De stekker moet hoorbaar vastklikken.
A
LET OP! Gevaar voor beschadiging!
Let bij het aansluiten op de spanningsbron op de juiste poling.
➤ Sluit de rode en zwarte kabel van de aansluitkabel aan op een geschikte spannings-
bron:
– Sluit de rode kabel (5) op klem 15 (contact) aan.
– Sluit de zwarte kabel (6) op klem 31 (massa) aan.
➤ Als de monitor bij het inschakelen van de achteruitversnelling geactiveerd moet
worden, sluit u de groene kabel (7) op de plusleiding van het achteruitrijlicht aan.
I
INSTRUCTIE
Als er aan de groene kabel (7) spanning is, wordt de achteruitrijcamera
geactiveerd. De achteruitrijcamera heeft voorrang.
➤ Als de monitor bijv. bij het inschakelen van het knipperlicht geactiveerd moet worden,
sluit u de volgende stuurkabel op een plusleiding van de knipperlichten aan:
– witte kabel (8)
I
INSTRUCTIE
Als op deze stuurkabel spanning is, wordt de videoingang CAM2 geactiveerd.
90
PerfectView M55L, M75L
NL