OBJ_BUCH-3136-002.book Page 72 Tuesday, August 22, 2017 6:26 PM
72 | Nederlands
Als zich meerdere meetobjecten van verschillend materiaal of
verschillende structuur in het meetbereik bevinden, dan zijn
de weergegeven temperatuurwaarden alleen bindend bij de
objecten die bij de ingestelde emissiegraad passen. Bij alle
andere objecten (met andere emissiegraden) kunnen de
weergegeven kleurverschillen als aanwijzing voor tempera-
tuurrelaties worden gebruikt.
Materiaal
Beton
Pleisterwerk/specie
Baksteen
Dakvilt
Radiatorlak
Hout
Linoleum
Papier
Opmerkingen over de meetvoorwaarden
Sterk reflecterende of glanzende oppervlakken (bijv. glan-
zende tegels of blanke metalen) kunnen de weergegeven
resultaten vervalsen of belemmeren. Plak indien nodig het
meetvlak af met een donkere, matte plakband die goed
warmtegeleidend is. Laat de plakband op het oppervlak even
op de juiste temperatuur komen.
Let bij reflecterende oppervlakken op een gunstige meet-
hoek, zodat gereflecteerde warmtestraling van andere
objecten het resultaat niet vervalst. Zo kan bijvoorbeeld bij
metingen verticaal van voren de reflectie van uw lichaams-
warmte de meting belemmeren. Bij een egaal oppervlak zou-
den zo de omtrekken en temperatuur van uw lichaam kunnen
worden weergegeven (gereflecteerde waarde), die niet
overeenkomen met de eigenlijke temperatuur van het geme-
ten oppervlak (geëmitteerde waarde of werkelijke waarde
van het oppervlak).
De meting door transparante materialen (bijv. glas of trans-
parante kunststoffen) heen is vanwege het principe niet
mogelijk.
De meetresultaten worden nauwkeuriger en betrouwbaarder
naarmate de meetomstandigheden beter en stabieler zijn.
De infrarood-temperatuurmeting wordt belemmerd door
rook, stoom/hoge luchtvochtigheid of stoffige lucht.
Aanwijzingen voor een betere nauwkeurigheid van de
metingen:
– Loop zo dicht mogelijk naar het meetobject toe om stoor-
factoren tussen u en het meetoppervlak tot een minimum
te beperken.
– Ventileer binnenvertrekken vóór de meting, vooral wan-
neer de lucht vervuild of erg nevelig is.
Laat de ruimte na het ventileren een tijdje op temperatuur
komen tot deze weer de gebruikelijke temperatuur heeft
bereikt.
1 609 92A 3RD | (22.8.17)
Indeling van de temperaturen aan de hand van de
verdeelschaal
Aan de rechterkant van het display krijgt u een ver-
deelschaal te zien. De waarden helemaal boven-
en onderaan richten zich naar de in het warmte-
beeld geregistreerde maximum- of minimumtem-
peratuur. De toewijzing van een kleur aan een tem-
peratuurwaarde in het beeld gebeurt gelijkmatig
Emissiegraad
verdeeld (lineair).
(indicatiewaarde
Met behulp van de verschillende kleuren kunnen
0 °C...100 °C)
op deze manier temperaturen binnen deze twee
0,93
randwaarden worden ingedeeld. Een temperatuur
0,93
die precies tussen de maximum- en minimum-
0,93
waarde ligt, kan zo bijvoorbeeld bij het middelste
kleurbereik van de verdeelschaal worden inge-
0,93
deeld.
0,93
Voor de temperatuurbepaling van een concreet
0,91
gedeelte beweegt u het meettoestel, zodat het
0,88
dradenkruis met temperatuuraanduiding l op het
0,89
gewenste punt of gedeelte is gericht.
In de automatische instelling wordt het kleurenspectrum van
de verdeelschaal steeds over het gehele meetbereik binnen
de maximum- of minimumtemperatuur lineair (= gelijkmatig)
verdeeld.
De warmtebeeldcamera geeft alle gemeten temperaturen in
het meetbereik in verhouding tot elkaar weer. Als in een ge-
deelte, bijvoorbeeld in een gekleurde weergave, de warmte in
het kleurenpallet blauwachtig wordt weergegeven, dan bete-
kent dit dat de blauwachtige gedeeltes bij de koudere meet-
waarden in het huidige meetbereik horen. Deze gedeeltes
kunnen echter toch in een temperatuurbereik liggen dat even-
tueel kan resulteren in letsel. Let daarom altijd op de weerge-
geven temperaturen op de verdeelschaal of direct bij het dra-
denkruis.
Functies
Aanpassen van de kleurweergave
Afhankelijk van meetsituatie kunnen verschillende kleurenpa-
letten de analyse van het warmtebeeld vereenvoudigen en ob-
jecten of de stand van zaken duidelijker op het display afbeel-
den. De gemeten temperaturen worden hierdoor niet
beënvloed. Alleen de weergave van de temperatuurwaarden
verandert.
Voor het wisselen van het kleurenpalet blijft u in de meetmo-
dus en drukt u op de pijltoetsen rechts 8 of links 12.
Overlapping van warmte- en echt beeld
Voor een betere oriëntatie (= ruimtelijke indeling van het
weergegeven warmtebeeld) kan bij evenwichtige tempera-
tuurbereiken bovendien ook een visueel echt beeld worden
ingeschakeld.
Opmerking: De overlapping van warmte- en echt beeld is bij
een afstand van 0,55 m nauwkeurig. Bij afwijkende afstanden
tot het meetobject kan een verplaatsing tussen warmte- en
echt beeld ontstaan.
32,5 °C
21,8 °C
Bosch Power Tools