b)
Gereedschap uitnemen
- Druk op de schakelaar (1.14) voor de spindel-
vergrendeling aan de linkerkant.
- Draai de moer (1.15) met een steeksleutel SW
24 zover los, tot u weerstand voelt. Overwin
deze weerstand door de steeksleutel verder te
draaien.
- Verwijder de frees.
5.3
Het wisselen van een spantang
Er zijn spantangen voor de volgende schachtdi-
ameters verkrijgbaar: 6,0 mm, 6,35 mm, 8 mm,
9,53 mm, 10 mm, 12 mm, 12,7 mm (zie voor be-
stelnummers de Festool-catalogus of Internet
„www.festool.com").
- Draai moer (1.15) volledig los en neem hem
samen met de spantang uit de spindel.
- Zet een nieuwe spantang met moer in de spindel
en draai de moer licht aan. Draai de moer niet
vast aan indien er geen frees in ingespannen!
5.4
Het instellen van de freesdiepte
Het instellen van de freesdiepte gebeurt in drie
stappen:
a)
Het instellen van het nulpunt
- Open de spanhendel (1.6), zodat de diepteaan-
slag (1 .7) vrij kan worden bewogen.
- Zet de bovenfrees met de freestafel (1.9) op een
effen ondergrond. Draai de draaiknop (1.5) los
en duw de machine zover naar beneden dat de
frees de ondergrond raakt.
- Klem de machine in deze stand vast door de
draaiknop (1.5) te sluiten.
- Duw de diepte-aanslag tegen een van de drie
vaste aanslagen van de draaibare revolveraan-
slag (1.8).
Met een schroevendraaier kunt u iedere vaste
aanslag individueel in hoogte instellen:
Vaste aanslag
A
B
C
- Duw de wijzer (1.3) zover naar beneden dat hij
op de schaal (1.1) 0 mm aangeeft.
Klopt de nulstand niet, dan kan dit met de schroef
(1.2) op de wijzer worden gecorrigeerd.
b)
Freesdiepte vastleggen
De gewenste freesdiepte kan ofwel met de diepte-
snelverstelling ofwel met de diepte-fi jnafstelling
worden vastgelegd.
- Diepte-snelverstelling: Trek de diepte-aanslag
(1.7) zover naar boven dat de wijzer de gewenste
freesdiepte aangeeft. Klem de diepteaanslag
met de spanhendel (1 .6) in deze stand vast.
min. hoogte/max. hoogte
38 mm/44 mm
44 mm/54 mm
54 mm/67 mm
- Diepte-fi jninstelling: Klem de diepteaanslag
met de spanhendel (1 .6) vast. Stel de gewenste
freesdiepte in door te draaien aan de instelknop
(1.4). Als u de instelknop een streepje draait,
verandert de frees-diepte met 0,1 mm. Een
volledige omwenteling levert 1 mm op. Met de
draaiknop kan de instelling met max. 8 mm
veranderd worden.
c)
Freesdiepte bijstellen
- Draai de draaiknop (1.5) los en druk de machine
zover naar beneden dat de diepte-aanslag de
vaste aanslag aanraakt.
- Klem de machine in deze stand vast door de
draaiknop (1.5) te sluiten.
5.5
Afzuiging
Sluit de machine altijd aan op een afzui-
ging.
- Monteer de afzuigkap op de freestafel door eerst
de afzuigkap met de beide stiften (3.1) in de uit-
sparingen (3.2) van de freestafel aan te brengen,
vervolgens de afzuigkap op de freestafel te zet-
ten en de hendel (3.5) om te slaan.
- Om de afzuigkap bij een gemonteerde frees te
kunnen in- en uitbouwen kan de uitsparing (3.3)
in de afzuigkap worden geopend door aan de
segmenten (3.4) te draaien. Voor een optimale
afzuiging dient de uitsparing tijdens het werk
met behulp van het draaibare segment te zijn
afgesloten.
Op de afzuigaansluiting (3.6) kan een Festool-
afzuigapparaat met een afzuigslang met een
diameter van 36 mm of 27 mm (36 mm aanbe-
volen wegens het geringere verstoppingsgevaar)
worden aangesloten.
Spaanvanger KSF-OF
Door de spaanvanger KSF-OF (gedeeltelijk inbe-
grepen bij de levering) wordt de effectiviteit van
de afzuiging bij het kantfrezen verbeterd.
De montage gebeurt op dezelfde wijze als bij de
kopieerring (Afbeelding 8).
De kap kan met een beugelzaag langs de groeven
worden afgesneden en hierdoor worden verkleind.
De spaanvanger kan bij binnenradii met een mi-
nimale radius van 40 mm worden gebruikt.
6
Werken met de machine
Bevestig het werkstuk altijd zo, dat het
tijdens de bewerking niet kan bewegen.
De machine dient steeds met beide han-
den aan de daarvoor bestemde handgre-
pen (1.5, 1.11) te worden vastgehouden.
Gebruik een stofmasker bij werkzaam-
heden waarbij stof vrijkomt.
37