4.
Verwijder de zeskantbout door deze uit de hand-
greep te trekken.
5.
Schuif de handgreep over de houder van de klem-
band
AANWIJZING Let op de correcte stand van de
vertanding.
6.
Breng de zeskantbout weer aan.
7.
Monteer de knop.
8.
Draai de zijhandgreep in de gewenste positie.
9.
Fixeer de zijhandgreep met de knop.
7 Bediening
GEVAAR
Houd het apparaat altijd met beide handen vast aan
de daarvoor bestemde handgrepen. Houd de hand-
grepen droog, schoon en vrij van olie en vet.
7.1 Voorbereiden
ATTENTIE
Draag werkhandschoenen bij het wisselen van ge-
reedschap, omdat dit heet wordt door het gebruik of
scherpe randen kan hebben.
7.1.1 Gereedschap inzetten 3
AANWIJZING
De beitel kan in 6 verschillende posities (in stappen van
60°) worden gepositioneerd. Hierdoor kan met platte
beitels en vormbeitels altijd in een optimale houding
worden gewerkt.
1.
Haal de stekker uit het stopcontact.
2.
Controleer of het insteekeinde van het gereedschap
schoon en licht ingevet is. Zo nodig dient u het
insteekeinde te reinigen en in te vetten.
3.
Controleer of de afdichtingslip van de stofkap
schoon
is
en
in
Indien nodig reinigt u de stofkap of, ingeval de
afdichtingslip beschadigd is, vervangt u de stofkap
(zie het hoofdstuk "Verzorging en onderhoud").
4.
Breng het gereedschap in de gereedschapopname
en draai het met lichte aandrukkracht in tot het in de
geleidegroef klikt.
5.
Druk het gereedschap in de gereedschapopname
tot het hoorbaar inklikt.
6.
Controleer of het gereedschap goed vergrendeld is
door er aan te trekken.
7.1.2 Gereedschap verwijderen 4
GEVAAR
Zet het gereedschap niet op licht ontvlambaar materi-
aal. Dit kan vlam vatten, waardoor er brand kan ontstaan.
goede
toestand
verkeert.
10. Voor demontage van de zijhandgreep voert u de
stappen in omgekeerde volgorde uit.
AANWIJZING Neem voor montage en positionering
van de zijhandgreep ook de met de zijhandgreep
meegeleverde beschrijving in acht.
6.2 Gebruik van verlengsnoer en generator of
transformator
Zie het hoofdstuk "Beschrijving/toepassing van verleng-
kabel".
1.
Haal de stekker uit het stopcontact.
2.
Open de boorkop door de gereedschapsvergrende-
ling terug te trekken.
3.
Trek het gereedschap uit de boorkop.
7.2 Gebruik
WAARSCHUWING
Als het apparaat na het verwijderen en het weer inste-
ken van de netstroomstekker weer in werking treedt
zonder dat de aan-/uitschakelaar wordt bediend moet
het apparaat direct naar de Hilti-Service worden ge-
bracht.
WAARSCHUWING
Bij storing aan de aan-/uitschakelaar de stekker uit
het stopcontact verwijderen.
ATTENTIE
Door de bewerking van de ondergrond kan er materi-
aal afsplinteren. Draag een veiligheidsbril, werkhand-
schoenen en, wanneer u geen stofafzuiging gebruikt,
een licht stofmasker. Afgesplinterd materiaal kan licha-
melijk letsel en oogletsel veroorzaken.
ATTENTIE
Tijdens het werkproces wordt geluid geproduceerd.
Draag oorbeschermers. Te hard geluid kan het gehoor
beschadigen.
7.2.1 Beitelen
7.2.1.1 Werken bij lage temperaturen:
AANWIJZING
Om het slagmechanisme van het apparaat te laten werken
is een minimale bedrijfstemperatuur nodig.
Om de minimum bedrijfstemperatuur te bereiken, het
apparaat inschakelen en laten warmdraaien. Met korte
tussenpozen (circa 30s) controleren of het slagmecha-
nisme begint te werken, door de beitel op de ondergrond
nl
87