Tabla de contenido
Idiomas disponibles
Idiomas disponibles
de stuureenheid in een willekeurige positie kan
inbouwen, zelfs gekanteld. Voor de montage in
een rack hebt u voor de besturings- en afspeel-
eenheid telkens 2 rack-eenheden nodig (1 rack-
eenheid = 44,45 mm).
De in- en uitgangen mogen enkel worden aan-
gesloten en gewijzigd, als de CD-270DJ en de
aan te sluiten apparatuur zijn uitgeschakeld.
1) Breng de verbinding tussen besturingseen-
heid en afspeeleenheid tot stand: Verbind de
twee 8-polige mini-DIN-bussen (21 en 24) op
de achterzijden van de apparaten met de bij-
geleverde mini-DIN-kabel.
2) Verbind de stereo-uitgangen LINE OUT voor
Player 1 (25) en Player 2 (22) via een cinch-
kabel met de cd-speleringangen van het
mengpaneel of van de versterker.
3) Plug ten slotte de stekker van het netsnoer
(23) in een stopcontact (230 V~ / 50 Hz).
5 Bediening
De bediening is volkomen identiek voor speler 1
en speler 2.
5.1 Cd aanbrengen en afspelen
1) Schakel het apparaat in met de POWER-
schakelaar (5); de POWER-LED (6) licht op.
Indien er zich geen cd in het afspeelmecha-
nisme bevindt, verschijnt het bericht
op het display (11).
2) Druk op de toets
(4) om de cd-lade (3) te
openen.
3) Plaats een cd met het label naar boven in de
lade, en druk op de toets of de toets
om de cd-lade te sluiten. Na het inlezen van
de cd verschijnt het displaybericht
cd is geladen. In het trackweergaveveld (C)
verschijnt even het totale aantal tracks
(TOTAL TRACK op display) en vervolgens
het tracknummer (TRACK op display); de
tijdsweergave (E) geeft kort de totale speel-
duur weer en daarna de resterende speeltijd
van de track (tijdsweergave omwisselen
hoofdstuk 5.1.1).
Als de cd-lade met de toets
ten, staat de speler na het inlezen van de cd
aan de 1ste track ervan in pauze. Als de cd-
lade met de toets
wordt gesloten, start na
het inlezen van de cd het afspelen van de
eerste track.
4) Om een track te selecteren, drukt u op de
betreffende toets TRACK (17): Door verschil-
lende keren op de toets
te drukken, wordt
telkens een track vooruit gesprongen; door
op de toets
te drukken, keert u eerst terug
naar het begin van de track; telkens u daarna
op de toets drukt, keert u een track terug.
5) Met de toets
kunt u wisselen tussen
afspelen [toets licht op,
(D) op display] en
pauze [toets knippert,
(A) op display].
6) Na het inschakelen is steeds de bedrijfsmo-
dus SINGLE PLAY actief: Na het afspelen
van een track schakelt de cd-speler aan het
begin van de volgende track in pauze. Wenst
u de tracks echter continu af te spelen, dan
schakelt u met de toets CONT (8) naar CON-
TINUOUS PLAY (
hoofdstuk 5.2).
7) Om de cd te wisselen, schakelt u eerst in
pauze; in de afspeelmodus kunt u de cd-lade
immers niet openen.
8) Sluit steeds eerst de cd-laden, alvorens de
cd-speler uit te schakelen. Zo voorkomt u dat
de laseraftastsystemen verontreinigd raken.
Schakel het apparaat pas dan uit met de
schakelaar POWER.
5.1.1 Tijdsweergave wisselen
Standaard verschijnt de resterende speeltijd van
de track op het display:
– als numerieke weergave (E) in minuten,
seconden en frames (1 frame =
– als balkweergave (K);
de balk geeft de laatste 30 seconden van een
track aan door over de volledige lengte te
knipperen. Tijdens de laatste 15 seconden
gaat de balk sneller knipperen
Met de toets TIME (9) kunt u naar de tijdsaan-
duiding wisselen; het betreffende displaybericht
(F) geeft aan, welke tijdsinformatie momenteel
wordt weergegeven:
REMAIN ingevoegd:
resterende speeltijd van de track
REMAIN verdwijnt:
de reeds verstreken speeltijd van de track
REMAIN TOTAL ingevoegd:
resterende speeltijd van de cd
5.2 De bedrijfsmodus kiezen
Met de toets CONT (8) kunt u omschakelen tus-
sen de modussen SINGLE PLAY en CONTINU-
OUS PLAY. De ingeschakelde modus wordt
door het desbetreffende displaybericht (H) aan-
gegeven.
A In de modus SINGLE PLAY (afspelen van
een individuele track) schakelt de speler tel-
kens na het afspelen van een track in pauze.
Het afspelen van een individuele track is
speciaal voorzien voor DJ-toepassingen. Na
het inlezen van de cd of na het selecteren van
een track met de toetsen
speler precies op de plaats waar de muziek
(15)
begint (meestal niet bij tijdindex 0 : 00 : 00,
maar enkele frames later b.v. 0 : 00 : 15).
(l) =
Deze plaats wordt automatisch als beginpunt
(Auto-Cue-punt) opgeslagen. Nadat het
afspelen van de track begonnen is, kunt u
met de toets CUE (14) naar dit beginpunt
terugspringen. Na het afspelen van een track
schakelt de cd-speler in pauze precies op de
plaats, waar de muziek van de volgende
track begint. Deze plaats wordt dan als het
nieuwe beginpunt opgeslagen.
wordt geslo-
B In de modus CONTINUOUS PLAY (afspelen
van de volledige cd) worden alle tracks na
elkaar afgespeeld. Aan het einde van de cd
stopt het afspeelmechanisme, het display
geeft het totale aantal tracks (C) en de totale
afspeelduur van de cd (E) weer.
Ook in deze modus wordt het begin van
een track na het inlezen van de cd en na het
selecteren van een track als Auto Cue-punt
opgeslagen, evenwel niet exact op de plaats
waar de muziek begint, maar bij de tijdindex
0 : 00 : 00. Als de tracks daarentegen niet via
de toetsen
na elkaar afgespeeld, dan worden geen Auto
Cue-punten opgeslagen.
5.2.1 Rustmodus (Sleep)
Als de speler langer dan 30 minuten in de pau-
zestand staat, schakelt hij naar de rustmodus,
om zo het laseraftastsysteem te sparen. Het dis-
playbericht
toetsen gaan uit. De rustmodus wordt uitgescha-
keld door op een willekeurige toets te drukken.
5.3 Een track kort voorbeluisteren
1) Als de bedrijfsmodus CONTINUOUS PLAY
ingeschakeld is, schakelt u met de toets
(15) in pauze. In de modus SINGLE PLAY
kan de speler in afspeelmodus of pauze
geschakeld zijn.
1
⁄
seconde)
75
/
(17) staat de
/
worden geselecteerd, maar
verschijnt en alle oplichtende
2) Selecteer de gewenste track met de toets
of
(17). Na het selecteren van een track,
staat de speler aan het beginpunt van de track
(Auto Cue-punt
hoofdstuk 5.2) in pauze.
3) Houd de toets CUE (14) ingedrukt. De track
wordt afgespeeld zolang de toets wordt inge-
drukt.
4) Als u de toets loslaat, springt de speler terug
naar het startpunt van de track, en schakelt hij
in pauze. Druk op de toets
starten. Als u naar het begin van de track wenst
terug te springen, drukt u op de toets CUE.
5.4 Versneld vooruit
en achteruit zoeken
1) Om de functie „snel vooruit / achteruit zoeken"
in te schakelen, drukt u op de toets SEARCH
(7); het displaybericht SEARCH (J) wordt
weergegeven.
2) Draai met de knop (12):
rechtsom = vooruit zoeken,
linksom = achteruit zoeken,
De snelheid van het vooruit resp. achteruit
zoeken hangt af van de snelheid waarmee
aan de knop wordt gedraaid.
In de modus CONTINUOUS PLAY werkt
de functie Vooruit en achteruit zoeken ook
over meerdere tracks tot begin of einde van
de cd. In de modus SINGLE PLAY is vooruit
zoeken over meerdere tracks mogelijk (de
speler schakelt dan in pauzemodus); het ach-
teruit zoeken daarentegen stopt, als het
begin van de track is bereikt.
3) Om de functie "snel vooruit / achteruit zoeken"
uit te schakelen, drukt u op de toets SEARCH.
Het displaybericht SEARCH verdwijnt.
De functie schakelt automatisch uit, als de
knop gedurende 8 seconden niet wordt ge-
draaid.
Opmerkingen: In de pauzemodus wordt de huidige
plaats na het Vooruit / achteruit zoeken continu herhaald.
Om deze te beëindigen, drukt u ofwel tweemaal kort op
de toets CUE (14) (Cue-punt wordt geplaatst,
stuk 5.6), of start het afspelen met de toets
5.5 Een bepaalde plaats in een track
precies opzoeken
Met de draaiknop (12) kunt u een plaats in een
1
track tot op 1 frame (
seconde) nauwkeurig
⁄
75
opzoeken, als u b.v. het afspelen niet vanaf het
begin van de track, maar vanaf een bepaalde
plaats wenst te starten.
1) Als de gewenste plaats tijdens het afspelen is
bereikt, schakelt u met de toets
pauze.
2) Voordat u met de knop draait, moet de func-
tie „snel vooruit / achteruit zoeken" uitgescha-
keld zijn: als het displaybericht SEARCH (J)
verschijnt, druk dan op de toets SEARCH (7).
3) Door de knop naar links en rechts te draaien,
zoekt u de plaats nauwkeurig op. De bereikte
plaats wordt continu herhaald.
4) Na opzoeken van de plaats drukt u tweemaal
kort op de toets CUE (14). Daarmee is de
plaats (
hoofdstuk 5.6) opgeslagen en het
herhaald afspelen beëindigd. Met de toets
kunt u nu het afspelen vanaf deze plaats star-
ten.
5.6 Naar een bepaalde plaats in een
track terugkeren (Cue-punt)
Om snel naar een bepaalde plaats te kunnen
gaan, kunt u met de toets CUE (14) een begin-
punt (Cue-punt) opslaan.
1) Schakel tijdens het afspelen met de toets
(15) in pauze, als de plaats bereikt is, naar
NL
B
om de track te
op het display
op het display.
hoofd-
(15).
(15) in
17
Tabla de contenido
