■ VOX-versterkingsniveau (alleen types I en II)
1
Sluit de hoofdtelefoon aan op de zendontvanger.
2
Druk op de toets die is geprogrammeerd als [VOX].
•
Het huidige VOX-versterkingsniveau wordt getoond.
3
Druk op de <B of C> toets om het VOX-versterkingsniveau te
verhogen of verlagen.
•
Het VOX-versterkingsniveau kan worden ingesteld op
niveau 1 tot 10.
4
Spreek tijdens het aanpassen van het niveau in de microfoon
van de hoofdtelefoon om het gevoeligheidsniveau te testen.
(Uw stem wordt tijdens deze testprocedure niet uitgezonden.)
•
Wanneer geluid wordt herkend, licht de LED oranje op.
5
Druk op de S of
■ VOX-bediening
1
Sluit de hoofdtelefoon aan op de zendontvanger.
2
Houd de toets die is geprogrammeerd als [VOX] 2 seconde
ingedrukt.
3
Om te zenden spreekt u gewoon in de microfoon.
•
De zendontvanger herkent geluidsniveaus afhankelijk van
het VOX-versterkingsniveau. Als het niveau te gevoelig
is, begint deze met zenden wanneer er achtergrondgeluid
klinkt. Als de microfoon niet gevoelig genoeg is, wordt uw
stem niet opgepikt wanneer u begint te spreken.
4
Wanneer u ophoudt met spreken, wordt het zenden beëindigd.
5
Om de VOX-functie uit te schakelen, houdt u de toets [VOX]
opnieuw gedurende 2 seconden ingedrukt.
Opmerking: Als een luidspreker/ microfoon is aangesloten op de
zendontvanger terwijl de VOX-functie is ingeschakeld en het VOX-
versterkingsniveau staat ingesteld op een gevoelig niveau, kunnen luid
ontvangen signalen ertoe leiden dat de zendontvanger begint te zenden.
toets om de instelling op te slaan.
N-27