Installeren/verbinden
Onderdelenlijst:
A Voorpaneel ......................................................... (×1)
B Plaatje .................................................................... (×1)
C Bevestigingshuls ............................................. (×1)
D Houder voor voorpaneel ........................... (×1)
E Bedradingsbundel ......................................... (×1)
F Verwijderstaafje .............................................. (×2)
Basisprocedure
1 Haal de sleutel uit het contactslot en
ontkoppel vervolgens de · aansluiting
van de auto-accu.
2 Verbind de in- en uitgangsdraden op de
juiste wijze.
\ "Verbinden van draden" (pagina 13,
14)
3 Installeer het toestel in de auto.
\ "Installeren van het toestel" (pagina
14)
4 Verbind de · aansluiting van de auto-
accu weer.
5 Stel het toestel terug. (pagina 4)
Waarschuwing
Dit toestel kan uitsluitend worden
gemonteerd in een auto met 12 Volt
gelijkstroom, negatieve aarding.
Het verbinden van het ontstekingsdraad
(rood) en het accudraad (geel) met het
autochassis (aarding), kan kortsluiting en
brand veroorzaken. Verbind deze draden met
de stroombron via het zekeringenkastje.
Ontkoppel de negatieve accupool en maak
alle alle elektrische verbindingen alvorens
het toestel in te bouwen.
Isoleer niet-aangesloten kabels met
isolatieband of ander geschikt materiaal.
Voorkom kortsluiting door de kapjes op het
uiteinde van de niet-aangesloten kabels of
aansluitingen niet te verwijderen.
Aard dit toestel beslist op het autochassis na
het monteren.
12
Let op
Indien het contactslot van uw auto geen ACC
stand heeft, moet u de ontstekingsdraden
verbinden met een stroombron die met de
contactsleutel kan worden ingeschakeld en
uitgeschakeld. Indien u het ontstekingsdraad
verbindt met een stroombron waar constant
spanning op staat, bijvoorbeeld accudraden,
zal de accu worden uitgeput.
Gebruik bij het installeren uitsluitend de
bijgeleverde schroeven. Gebruik uitsluitend
de bij het toestel geleverde schroeven.
Installeer dit toestel in de console van uw
voertuig. Controleer dat het voorpaneel bij
het openen en sluiten niet een afdekking
(indien aanwezig) of onderdeel van het
dashboard raakt.
Controleer na het installeren van het
toestel of de remlichten, richtingaanwijzers,
ruitenwissers enz. van de auto juist
functioneren.
Installeer het toestel onder een maximale
hoek van 30˚.
Als de zekering is doorgebrand, controleert
u eerst of de kabels elkaar niet raken en zo
een kortsluiting veroorzaken en vervangt
u vervolgens de oude zekering door een
nieuwe met dezelfde stroomsterkte.
Sluit de luidsprekerkabels juist met de
overeenkomende aansluitingen aan. Het
toestel kan beschadigd worden of helemaal
niets doen als u de ·-kabels deelt of ze met
de massa verbindt op een metalen deel in de
auto.
Indien u slechts twee luidsprekers met het
systeem verbindt, moet u de stekker met
ofwel beide voor-uitgangsaansluitingen
of beide achter-uitgangsaansluitingen
verbinden (gebruik dus niet zowel voor als
achter).
Raak de metalen onderdelen van dit
toestand niet aan tijdens en kort na het
gebruik van het toestel. Metalen onderdelen
zoals de warmteafvoer en behuizing worden
heet.
De bevestiging en bedrading van dit product
vereist vakbekwaamheid en ervaring.
Laat het monteren en verbinden voor de
veiligheid door een vakman uitvoeren.
Raadpleeg uw Kenwood-dealer indien
u problemen of vragen hebt tijdens de
installatie.