Tractel Dynafor DMU Manual De Instalación, De Utilización Y De Mantenimiento página 71

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 77
NB: Het is niet mogelijk om een reeds
gekoppelde sensor met een ander weergavetoestel te
koppelen. Deze verschijnt niet in de lijst met sensoren.
13.1 & §5.8.1
NB: Er kunnen niet meer dan vier sensoren en
drie slave-displaytoestellen worden verbonden.
A
A
Lijst met gevonden sensoren of slave-toestellen
B
Aard van de sensor (Dynafor
WL & RS) of display (Dynafor
C
Identificatie van sensor (laatste negen cijfers in
serienummer)
D
Sensorcapaciteit in t
E
'Selecteer alle'-knop
U kunt navigeren via de pijltjesknoppen omhoog en
omlaag. (Zie afbeelding 1.) Sensoren die niet zijn
gekoppeld worden standaard aangemerkt met een
rood kruisje.
Door op de OK-knop (zie afbeelding 1) te drukken wordt
de sensor geselecteerd om verbinding te maken. Het
kruisje wordt vervolgens groen.
Als u op de OK-knop van een sensor die al een
verbinding heeft (groen kruisje) drukt wordt het kruisje
rood. De sensor heeft dan geen verbinding tijdens de
validatiestap.
Alle sensoren kunnen geselecteerd worden door
op de OK-knop te drukken terwijl 'Selecteer alle' is
geselecteerd en gemarkeerd.
Nadat u ze allemaal hebt geselecteerd, kunt u het
verbinden van de sensoren starten door de OK-knop
ingedrukt te houden.
De koppeling van een sensor wordt bevestigd wanneer
de twee LED's aan de voorkant van de sensor enkele
seconden ononderbroken branden.
B
C
E
Pro, Expert, Transmitter
TM
HHD, AL63)
TM
Zodra de sensor(en) zijn verbonden schakelt het
product automatisch naar het hoofd-display.
Om terug te keren naar het hoofdmenu houdt u
de linkerknop één seconde ingedrukt. In dit geval
worden er geen wijzigingen aangebracht in de huidige
configuratie.
5.9.13.2. Configuratie submenu
NB: Een sensor wordt altijd geconfigureerd
in de slave-modus. Zie hoofdstuk 5.9.13.1 voor
meer informatie over het koppelen van andere
weergaveapparaten in de slave-modus.
§5.9.13.2
Het submenu "Configuratie" wordt geopend door kort
op de knop "OK" te drukken (item I, afb. 1) wanneer het
pictogram "Configuratie" gemarkeerd is.
A
D
F
H
K
A
Aantal Dynafor
aanwezig op het kanaal
B
Aantal Dynafor
kanaal
C
Aantal Dynafor
kanaal
D
Aantal Dynafor
op het kanaal
E
Aantal Dynafor
kanaal
F
Configuratietabel:
• Lijnen die de weergaveapparaten voorstellen
• Kolommen die de sensoren voorstellen
G
Identificatie van apparatuur (laatste negen cijfers van
serienummer)
H
Referentie van master- of slave-weergavetoestel
I
Groen kruisje: Sensor weergegeven op het
displaytoestel dat correspondeert met de regel.
J
Rood kruisje: Sensor niet weergegeven op het
displaytoestel dat correspondeert met de regel.
K
Onderste banner met de geselecteerde
sensorinformatie
B
C
D
E
Transmitter RS & WL-modellen
TM
Pro-modellen aanwezig op het
TM
Expert-modellen aanwezig op het
TM
HHD- of DMU-modellen aanwezig
TM
AL63-modellen aanwezig op het
TM
NL
G
I
J
71
loading