Software:
• Kalibratiesoftware voor Transmitter WL & RS, vereist
voor elke installatie.
Code: 199529
Elektrische montagetoebehoren:
• Aansluitdoos voor het toevoegen van meerdere
RS485-kabels (RS-versie).
Code: 244019
NL
• RS485-aansluitkabel
Code: 31411
• Permanente stroomvoorziening (110/230 V AC tot
24 V DC)
Code: 199046
De toezichthouder moet ervoor zorgen dat een
technicus het product installeert. De toezichthouder
moet ervoor zorgen dat de gebruiker deze handleiding
voor installatie, bediening en onderhoud heeft gelezen
voordat deze het toestel gebruikt.
5.1. Productconfiguraties
BELANGRIJK: De configuraties in deze paragraaf
zijn de enige geautoriseerde configuraties. Het product
mag nooit worden gebruikt in andere configuraties dan
die beschreven zijn in deze handleiding.
Het product kan worden geconfigureerd voor 2
verschillende,
aparte
wordt altijd beschouwd als de "Master" in het netwerk.
Er kunnen niet meerdere Dynafor
hetzelfde netwerk zijn. Configuratie wordt automatisch
geselecteerd wanneer het product wordt opgestart.
De Dynafor
DMU kan niet tegelijkertijd bedrade
TM
(BUS RS485) en draadloze (RF2,4 GHz) sensoren
verwerken. Een bekabelde verbinding heeft altijd
voorrang.
5.1.1. WL-configuratie
De "WL"-configuratie is bedoeld voor een draadloze
verbinding tussen een of meer sensoren (maximaal 4)
en het product. Het is gebaseerd op een 2,4 GHz RF-
verbinding. Het effectieve maximale bereik tussen de
sensor en het product is 200 m in de open lucht.
De gebruikte sensoren zijn mogelijk, onafhankelijk van
hun type:
• Eén of meerdere Dynafor
• Eén of meerdere Dynafor
• Een of meer samenstellingen bestaande uit een
Dynafor
Transmitter WL en zijn sensor.
TM
Het is niet mogelijk om andere sensoren aan te sluiten.
62
5. Gebruik
toepassingen.
Het
DMU binnen
TM
Pro
TM
Expert
TM
Het is met deze configuratie niet mogelijk om andere
accessoires (HHD, AL63) aan te sluiten. Accessoires
moeten worden geconfigureerd in "Slave". Raadpleeg
hiervoor de respectievelijke handleidingen.
Zie paragraaf 5.2 voor installatie-instructies.
5.1.2. RS-configuratie
De "RS"-configuratie is bedoeld voor een bekabelde
verbinding tussen een of meer sensoren (maximaal 4)
en het product. De configuratie is gebaseerd op een
eigen RS485 BUS-verbinding.
De gebruikte sensoren kunnen de volgende zijn:
• Een of meer samenstellingen bestaande uit een
Dynafor
Transmitter RS en bijbehorende sensor.
TM
Het is niet mogelijk om andere sensoren aan te sluiten.
Het is met deze configuratie niet mogelijk om andere
accessoires (HHD, AL63) aan te sluiten. Accessoires
moeten worden geconfigureerd in "Slave". Raadpleeg
hiervoor de respectievelijke handleidingen.
Zie paragraaf 5.2 voor installatie-instructies.
5.2. Installatie
De toezichthouder moet de veiligheid garanderen
(het dragen van PBM en valbeveiligingsuitrustingen)
wanneer een technicus het product installeert.
product
Tijdens de installatie is het absoluut noodzakelijk om
als volgt te werk te gaan:
1. Open het voorpaneel van het product door de
sluitschroeven van de behuizing los te draaien (item
C, afbeelding 1).
NB: Wees voorzichtig bij het openen van het
voorpaneel omdat het kan vallen.
2. Zet het product vast met behulp van de daarvoor
bestemde montagegaten aan de achterkant. Gebruik
de juiste schroeven/bouten voor de montage,
volgens de meegeleverde behuizingshandleiding
(onderdeelnr. Schneider Electric – NSYTBS24198
– Thalassa)
3. Sluit de voeding van het product aan volgens 5.3.
4. Als u RS485-bedrade apparatuur gebruikt, sluit u
het product aan op de verschillende accessoires
(Dynafor
TM
Transmitter RS) volgens 5.4 en 5.5. Controleer de
connectiviteit tussen alle verbonden producten.
Indien u draadloze producten gebruikt, kunt u deze
stap overslaan.
5. Als u relais en een alarm- of sireneconnector
gebruikt, sluit u de connectoren aan zoals
beschreven in 5.6.
AL63) en bedrade sensoren (Dynafor