B
C
E
K
J
L
A
Meting
B
Logo van Tractel
C
Meeteenheid
D
Meetfilter (zie 5.9.10.2)
E
Activeringsfilter drempel (zie 5.9.10.2)
F
Ingebouwde buzzer (zie 5.9.14)
G
Batterij-indicator van product
H
Status van de verbinding met de sensor die het
verste weg is
I
Tijd
J
Identificatie van de sensor-assemblage
K
Waarden van ingestelde drempels (zie 5.9.14)
L
Waarschuwingsbericht in het geval er een TARE
wordt uitgevoerd op een individuele sensor
NB: De tarrafunctie en functie voor piekbelasting
zijn beschikbaar op dezelfde manier als bij een enkele
sensor. De functie voor piekbelasting schakelt alle
sensoren over naar de modus piekbelasting.
Het tweede scherm voor meerdere sensoren toont
de waarden van de individuele sensoren, evenals het
totaal. Het display is dynamisch en kan maximaal vier
sensoren bevatten.
D
F
G
H
I
A
C
D
F
O
A
A
K
B
A
Individuele metingen van de sensoren
B
Display van het totaal van de individuele metingen
C
Logo van Tractel
D
Meeteenheid
E
Meetfilter (zie 5.9.10.2)
F
Activeringsfilter drempel (zie 5.9.10.2)
G
Ingebouwde buzzer (zie 5.9.14)
H
Batterij-indicator van product
I
Status van de verbinding met de sensor die het
verste weg is
J
Tijd
K
Indicator van sensorbatterijen
L
Identificatie van sensor (bestemming + laatste negen
cijfers van serienummer)
M
Sensorcapaciteit in t
N
Waarden van ingestelde drempels (zie 5.9.14)
O
Meetteken (null, positief of negatief)
U kunt over het scherm navigeren met de pijltjesknoppen.
De geselecteerde sensor is gemarkeerd.
De functies TARE en piekbelasting kunnen worden
bereikt door op de corresponderende knoppen te
drukken als een sensor is gemarkeerd. Het is niet
mogelijk om deze twee modi tegelijkertijd te activeren.
Deze modi zijn van toepassing op het totaal wanneer er
geen sensor is geselecteerd.
NB: De weergavebalken zijn niet zichtbaar op
dit scherm.
Kort op de OK-knop drukken wijzigt het meetteken.
E
G
H
I
J
A
L
A
N
M
67
NL