Let op:
Wanneer er twee maanden verstreken zijn (zie datumschijf), of
wanneer het apparaat gedurende 3 weken niet gebruikt wordt,
moet het filter vervangen worden, ook wanneer dit nog niet door
de machine gevraagd wordt.
5. DE WATERHARDHEID METEN
Stel onmiddellijk de hardheid van het water in, opdat de ma-
chine de frequentie voor ontkalking kan beperken. Op deze
manier zal het lampje ontkalking
wanneer dat vereist is op basis van de werkelijke plaatselijke
waterhardheid. Ga als volgt te werk:
1. Indien bijgeleverd bij uw model, neem het teststrookje
(D1) uit zijn verpakking.
2. Dompel het teststrookje ongeveer één seconde geheel
onder in een glas water (afb. 12).
3. Neem het strookje uit het water en schud het zachtjes
(afb. 13). Na ongeveer één minuut vormen zich 1, 2, 3 of
4 rode vierkantjes, afhankelijk van de hardheid van het
water. Elk vierkantje komt overeen met 1 niveau.
Total Hardness Test
Verwijs voor de instelling van de machine naar hoofdstuk "12.
Menu instellingen".
6. INSCHAKELING VAN HET APPARAAT
Gevaar voor brandwonden!
Tijdens de spoeling zal er een beetje heet water uit de tuitjes
van de koffieuitloop (A17) stromen. Wees voorzichtig niet in
contact te komen met de hete waterspatten. Om te voorkomen
(C5) gaan branden
12
Hardheid
1
Laag
2
Gemiddeld
3
Gemiddeld/Hoog
4
Hoog
dat het drupbakje (A14) vaak geledigd moet worden, wordt
aangeraden om het spoelwater op te vangen in een bakje.
•
Druk voor de inschakeling van het apparaat op
(B1): de led van de toets gaat branden en op het bedie-
ningspaneel (B) knipperen de leds van de dranken om aan
te geven dat de machine wordt opgewarmd.
Tijdens de opwarming voert de machine een spoeling uit; op
deze manier wordt niet alleen de ketel verwarmd maar laat
het apparaat ook heet water door de binnenleidingen stromen
zodat ook deze verwarmd worden.
Het apparaat is klaar voor gebruik wanneer de leds van de
dranken en de sterkte continu blijven branden.
7. HET APPARAAT UITSCHAKELEN
Bij elke uitschakeling en indien men koffie heeft bereid voert
het apparaat automatisch een spoeling uit.
Gevaar voor brandwonden!
Tijdens de spoeling zal er een beetje heet water uit de tuitjes
van de koffieuitloop (A17) stromen. Wees voorzichtig niet in
contact te komen met de hete waterspatten. Om te voorkomen
dat het drupbakje (A14) vaak geledigd moet worden, wordt
aangeraden om het spoelwater op te vangen in een bakje.
13
•
Druk voor de uitschakeling van het apparaat op de toets
(B1) ;
•
op het bedieningspaneel knipperen de leds van de toet-
sen van de dranken: indien voorzien verricht het apparaat
de spoeling en schakelt het vervolgens uit (stand-by).
Let op:
Als het apparaat voor langere tijd niet gebruikt wordt, koppel
het dan los van het elektriciteitsnet:
•
schakel het apparaat eerst uit met druk op de toets
;
•
koppel de voedingskabel los van het stopcontact.
8. AFGIFTE KOFFIEDRANKEN
8.1 Koffie zetten met koffiebonen
Opgelet!
Gebruik geen groene, gekarameliseerde of gekonfijte koffiebo-
nen omdat deze aan de koffiemolen kunnen blijven kleven en
hem zo onbruikbaar kunnen maken.
1. Vul het koffiebonenreservoir (A4) met koffiebonen (afb.
14);
8