Idiomas disponibles
Idiomas disponibles
Machines met "Paddle-schakelaar"
(met dodemansfunctie):
0
Inschakelen: Inschakelvergrendeling (11) in de
richting van de pijl schuiven en de
drukschakelaar (10) indrukken.
Uitschakelen: drukschakelaar (10) loslaten.
8.3
Tips voor het werk
Schuren en schuren met schuurpapier:
De machine matig aandrukken en over het
oppervlak heen- en weer bewegen, zodat het
werkstukoppervlak niet te heet wordt.
Voorslijpen: voor een goed werkresultaat dient u te
werken met een invalshoek van 30° - 40°.
Doorslijpen:
Werk bij het doorslijpen altijd in
tegengestelde richting (zie
afbeelding). Anders bestaat het
gevaar dat de machine
ongecontroleerd uit de snede springt.
Werk met een matige, aan het te bewerken
materiaal aangepaste voorwaartse beweging. Niet
schuin wegdraaien, niet drukken, niet slingeren.
Werken met draadborstels:
De machine matig aandrukken.
8.4
Aangesloten op een gereedschapsgordel
(afhankelijk van de uitvoering)
Veiligheidsinstructies speciaal voor het
gebruik op hoogte. Lees alle
veiligheidsvoorschriften en aanwijzingen. Het niet
in acht nemen van de veiligheidsinstructies en
aanwijzingen kan ernstig letsel tot gevolg hebben.
- Alleen voor gebruik door daarvoor opgeleid
personeel. De gebruikers moeten opgeleid zijn
voor het gebruik en over de veiligheid van het
gebruik van het gereedschap op hoogte zijn
geïnstrueerd.
- Let erop dat het gereedschap tijdens het werken
op hoogte altijd is beveiligd met de
gereedschapsgordel. Gebruik alleen geschikte
gereedschapsgordels van Metabo (maximale
lengte 2 m (6,5 ft) met voldoende demping). De
maximaal toegestane valhoogte voor de
gereedschapsgordel (bevestigingsgordel) mag
niet hoger zijn dan 2 m (6,5 ft). Gebruik alleen
gereedschapsgordels die geschikt zijn voor het
betreffende gereedschapstype en die minimaal
zijn ontworpen voor het gewicht van het
gereedschap inclusief alle gebruikte accessoires.
- Lees de gebruiksaanwijzing van de
gereedschapsgordel en neem hem in acht!
- Controleer voor elk gebruik het gereedschap (in
het bijzonder het bevestigingsoogje) en de
gereedschapsgordel op beschadigingen en een
feilloze werking (inclusief stof en naden). Gebruik
het gereedschap en de gereedschapsgordel niet
als deze beschadigd zijn of niet meer naar
behoren werken.
10 11
10 11
I
- Bevestig de gereedschapsgordel niet aan uw
lichaam. Bevestig de gereedschapsgordel aan
een solide bevestigingsmogelijkheid, die de
krachten van een vallen gereedschap kan
opvangen.
- Gevaar voor kneuzingen, snijwonden of
verwikkelingen. Gebruik de gereedschapsgordel
niet in de nabijheid van bewegende onderdelen,
mechanismen of draaiende machines.
- Verander de aansluiting voor de
gereedschapsgordel aan het gereedschap niet en
gebruik deze ook niet voor andere doeleinden dan
die beschreven in deze gebruiksaanwijzing.
- Bevestig het gereedschap uitsluitend aan een
gereedschapsgordel met een karabijnhaak.
Bevestig het gereedschap niet met een lus of een
knoop aan de gereedschapsgordel. Gebruik voor
de bevestiging geen koorden of touwen. Gebruik
uitsluitend een karabijnhaak met twee-weg
sluitsysteem. Gebruik geen enkelvoudig
gezekerde klemkarabijnhaak.
- Bevestig de gereedschapsgordel op een
dergelijke manier dat het gereedschap van de
gebruiker weg beweegt als het mocht vallen.
Gereedschap dat is gevallen bungelt aan de
gereedschapsgordel, wat letsel of verlies van
evenwicht bij de gebruiker tot gevolg kan hebben.
- Bevestig nooit meer dan een gereedschap aan de
gereedschapsgordel.
- Gebruik alleen de speciaal hiervoor bestemde
bevestigingspunten (bevestigingsoogje (9)), om
de gereedschapsgordel aan het gereedschap te
bevestigen. Wijzig NOOIT een gereedschap om
een bevestigingspunt te maken.
- Bevestig de gereedschapsgordel niet op een
dergelijke manier aan het gereedschap, dat
hierdoor beveiligingsvoorzieningen, schakelaars
of vergrendelingen niet meer naar behoren
werken.
- Houd de gereedschapsgordel uit de buurt van het
gereedschap.
- Bescherm de gereedschapsgordel tegen
rondvliegende vonken en spanen.
- Bescherm de gereedschapsgordel tegen scherpe
randen, messen, spanen, enz. Stap nooit op de
machine of op de gereedschapsgordel.
- Gebruik gereedschapsgordels of
bevestigingsmiddelen nooit om de
hefboomwerking van een gereedschap te
vergroten.
- Zorg voor voldoende ruimte rondom het gebied
waar het gereedschap kan vallen. In het gebied
waar het gereedschap kan vallen mag niemand
aan gevaar worden blootgesteld.
- Na een val het koord vervangen en de machine op
beschadigingen controleren. Laat de machine na
iedere val door een daarvoor opgeleide vakman
op beschadigingen controleren en zo nodig
repareren.
- Probeer nooit de vallende machine op te vangen.
Dat kan letsel veroorzaken.
8.5
Motorbehuizing draaien
Zie pagina 3, afbeelding E.
- trekt u de stekker uit het stopcontact;
NEDERLANDS nl
39
