Idiomas disponibles
Idiomas disponibles
INBEDRIJFSTELLING EN GEBRUIK
Submenu TIMER DAG
Met het submenu TIMER DAG kunt u alle functies van de DAGELIJKSE
TIMER in- en uitschakelen. In de dagelijkse timer kunnen er maximaal
2 tijdvakken worden geprogrammeerd (ze hoeven niet allebei gepro-
grammeerd te worden).
Met de toetsen
of
wijzigt u de geselecteerde waarde. Met de
+
-
toets
selecteert u de volgende waarde en met de toets
s
vorige waarde.
Met de toets
O
gaat u terug naar het vorige menu.
TIMER DAG
1
1
2
1
1 Veld inschakeling: voor een correcte werking moet dit veld inge-
schakeld zijn, en moet er minimaal één tijdstip worden ingesteld
2 Tijdvak: geeft het nummer van het geselecteerde tijdvak aan, van
de twee beschikbare tijdvakken
3 Tijdstip van inschakeling: geeft het tijdstip aan waarop het appa-
raat aan moet gaan. De instelling "OFF" geeft aan dat het inscha-
kelcommando genegeerd moet worden
4 Tijdstip van uitschakeling: geeft het tijdstip aan waarop het ap-
paraat uit moet gaan. De instelling "OFF" geeft aan dat het uit-
schakelcommando genegeerd moet worden
5 Keuze vermogen: geeft het werkvermogen in het geselecteerde
tijdvak aan
6 Set temperatuur: geeft de instelling van de omgevingstempera-
tuur in het geselecteerde tijdvak aan
CS.DLA.IST_NL_Rev. 1.0_11-23
3
5
OFF
3
OFF
20
6
4
Afb. 23
Submenu TIMER WEEK
Met het submenu TIMER WEEK kunt u alle functies van de WEKELIJK-
SE TIMER in- en uitschakelen. In de wekelijkse timer kunnen er maxi-
maal 4 tijdvakken worden geprogrammeerd (ze hoeven niet allemaal
geprogrammeerd te worden).
Met de toetsen
+
de
toets
selecteert u de volgende waarde en met de toets
E
s
vorige waarde.
Met de toets
O
gaat u terug naar het vorige menu.
1
2
3
1 Veld inschakeling: voor een correcte werking moet dit veld inge-
schakeld zijn, en moet er minimaal één tijdstip worden ingesteld
2 Tijdvak: geeft het nummer van het geselecteerde tijdvak aan, van
de vier beschikbare tijdvakken
3 Tijdstip van inschakeling: geeft het tijdstip aan waarop het appa-
raat aan moet gaan. De instelling "OFF" geeft aan dat het inscha-
kelcommando genegeerd moet worden
4 Tijdstip van uitschakeling: geeft het tijdstip aan waarop het ap-
paraat uit moet gaan. De instelling "OFF" geeft aan dat het uit-
schakelcommando genegeerd moet worden
5 Keuze vermogen: geeft het werkvermogen in het geselecteerde
tijdvak aan
6 Set temperatuur: geeft de instelling van de omgevingstempera-
tuur in het geselecteerde tijdvak aan
7 Ingeschakelde dagen: een "dicht" rondje geeft aan dat de dag
ingeschakeld is
Nadat u het tijdstip heeft ingesteld voor het in- en uitschakelen en de
sets van vermogen en temperatuur, moet u de dagen kiezen waarin u
het tijdvak wilt activeren.
De dagen die geselecteerd kunnen worden lopen van 1-maandag tot
7-zondag.
Met de toetsen
+
toets
selecteert u de volgende dag en met de toets
s
dag.
Met de toets
gaat u terug naar het vorige menu.
O
of
wijzigt u de geselecteerde waarde. Met de
-
TIMER WEEKEND
1 2 3 4 5 6 7
1
OFF
3
1
OFF
20
of
schakelt u de geselecteerde dag in. Met de
-
TIMER WEEK
1 2
3
4 5 6 7
NL
de
E
7
5
6
4
Afb. 24
de vorige
E
Afb. 25
23
