BFT EOS 1200 U Instrucciones De Uso Y De Instalacion página 60

Automatizaciones para puertas basculante y seccionales
Tabla de contenido
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 50
Tussen ronde haakjes wordt het opschrift aangeduid dat op de display verschijnt.
Beroep doen op de Figuren A en B voor de procedure van configuratie van de
centrale.
7.2) MENU PARAMETERS (PARA ) (TABEL "A" PARAMETERS)
7.3) MENU LOGICA'S (LOGIC) (TABEL "B" LOGICA'S)
7.4) MENU RADIO (radio) (TABEL "C" RADIO)
De geïntegreerde ontvanger Clonix beschikt bovendien over enkele belangrijke geavan-
ceerde functionaliteiten:
Klonering van de master-zender (rolling-code of vaste code).
Klonering voor vervanging van de reeds in de ontvanger opgenomen zenders.
Beheer database zenders.
Beheer groep ontvangers.
Raadpleeg voor het gebruik van deze functionaliteiten de instructies van de universeel
programmeerbare palmtop en de Algemene gids programmering ontvangers.
De paragrafen
7/8/9
raadplegen voor bijkomende inlichtingen m.b.t. de
gevorderde functionaliteiten van de ingebouwde ontvanger Clonix.
7.5) MENU TAAL (LANGUAGE)
Staat toe de taal van de programmeur op display in te stellen.
Er zijn 5 talen beschikbaar:
-
ITALIAANS (ITA)
-
FRANS (FRA)
-
DUITS (DEU)
-
ENGELS (ENG)
-
SPAANS (ESP)
7.6) MENU DEFAULT (DEFAULT)
Brengt de centrale terug naar de vooringestelde waarden van default. Na het
herstel is het noodzakelijk een nieuwe zelfinstelling uit te voeren.
7.7) DIAGNOSTIEK EN MONITORING
De display aanwezig op het schakelbord VENERE D zowel in de normale werking
als in geval van anomalieën, visualiseert enkele nuttige inlichtingen.
Diagnostiek:
In geval van slechte werkingen visualiseert de display een melding die aanduidt
welke inrichting men moet controleren:
STRE
= activering ingang START E
STRI
= activering ingang START I
STOP
= activering ingang STOP
PHOT
= activering ingang PHOT
SWO
= activering ingang EINDAANSLAG OPENING
SWC
= activering ingang EINDAANSLAG SLUITING
PED
= activering ingang VOETGANGERS
OPEN
= activering ingang OPEN
CLS
= activering ingang CLOSE
Ingeval het luik een hindernis ontmoet, stopt het schakelbord VENERE D en
bedient een omkering, tegelijkertijd visualiseert de display de melding "AMP".
Monitoring:
In de fasen van opening en sluiting visualiseert de display vier cijfers gescheiden
door een punt, vb. 35.40. De cijfers worden constant bijgewerkt tijdens het manoeu-
vre en tonen het koppel onmiddellijk bereikt door de motor 1 (35) en de drempel
van koppel (opening, sluiting, vertraging) ingesteld in het menu parameters (40).
Deze waarden staan toe de instelling van het koppel te corrigeren. .
Indien de waarde van onmiddellijk koppel bereikt tijdens het manoeuvre op
gevoelige wijze de drempelwaarde benadert ingesteld in het menu parameters,
zouden er zich in de toekomst anomalieën van werking kunnen voordoen te
wijten aan de slijtage of aan kleine vervormingen van het luik.
Men raadt bijgevolg aan het bereikte maximum koppel te verifiëren, tijdens
enkele manoeuvres in fase van installatie en eventueel in het menu parameters
een waarde in te stellen hoger met circa 5/10 percentage punten.
7.8) DIAGNOSTIEK FOUTEN:
ER01 Fout nazicht veiligheidsinrichtingen (fotocel)
ER03 Fout nazicht veiligheidsinrichtingen (fotocellen uitsluitend tijdens openen
geactiveerd)
ER04 Fout nazicht veiligheidsinrichtingen (fotocellen uitsluitend tijdens sluiten
geactiveerd)
ER10 Problemen opgenomen in het bedieningscircuit motor
ER11 Problemen opgenomen in het circuit van het lezen van de stroom motor.
7.9) MENU ZELFINSTELLING
• Het luik naar de stand van sluiting brengen
• De start geven aan de operatie van zelfinstelling en hierbij naar het
desbetreffend menu gaan van het schakelbord VENERE D (Fig.B).
• Zodra de drukknop OK ingedrukt is, wordt de melding gevisualiseerd " .... .... .... " ,
de centrale bedient een manoeuvre van opening gevolgd door een manoeuvre
van sluiting, tijdens dit manoeuvre wordt automatisch de minimum waarde
van koppel noodzakelijk voor de beweging van het luik ingesteld.
Tijdens deze fase is het belangrijk de verduistering van de fotocellen te
vermijden, zoals ook het gebruik van de bedieningen START, STOP en van de
display.
Op het einde van deze operatie zal de bedieningscentrale automatisch de
optimale waarden van koppel ingesteld hebben. Deze controleren en eventueel
wijzigen zoals beschreven in de programmering.
OPGELET: Verifiëren of de waarde van de impactkracht gemeten in de
punten voorzien door de norm EN12445, lager is dan hetgeen aangeduid
wordt in de norm EN 12453.
Opgelet!! Tijdens de zelfinstelling is de functie van opname hinden
rissen niet actief; de installateur moet de beweging van automatisering
controleren en aan personen en dingen belemmeren dat ze de werkstraal
van de automatisering benaderen of er blijven staan.
7.10) MENU REGELING EINDAANSLAG
Het bedieningsbord VENERE D beschikt over een menu van regeling van de einda-
anslagen van opening en sluiting dat de procedure van installatie vereenvoudigt.
Beroep doen op de Fig.18/19 en Fig.B van programmering van het bedienings-
bord en als volgt tewerk gaan:
• Start geven aan een operatie van regeling eindaanslag en hierbij gaan naar
het desbetreffend menu van het bord VENERE D (Fig.B).
• Bij de visualisering van de melding "CLOSE", het luik naar de gewenste stand
van sluiting brengen gebruikmakend van de drukknoppen "UP" en "DOWN" van
60
- EOS 1200 U
INSTALLATIEHANDLEIDING
de centrale, men moet hierbij rekening houden met het feit dat de drukknop
"DOWN" het luik sluit, terwijl de drukknop "UP" het luik opent.
Zodra het luik zich in de gewenste stand van sluiting bevindt drukken op de drukknop
"OK" zodanig dat de stand van eindaanslag sluiting gememoriseerd wordt.
• Bij de visualisering van de melding "OPEN", het luik naar de gewenste stand
van opening brengen gebruikmakend van de drukknoppen "UP" en "DOWN"
van de centrale en er rekening mee houden dat de drukknop "DOWN" het luik
sluit, terwijl de drukknop "UP" het luik opent.
Zodra het luik zich in de gewenste stand van opening bevindt, drukken op
de drukknop "OK" om de stand van eindaanslag opening te memoriseren.
• De "blokkering wagentje" correct plaatsen en vasthechten met de schroeven
tegen het wagentje (fig.18 ref.6 A-B).
OPMERKING: Deze manoeuvres worden uitgevoerd in de modaliteit
"man aanwezig" tegen beperkte snelheid en zonder de ingreep van de
beveiligingen.
7.11) STATISTIEKEN
Wanneer de UNIVERSELE HANDprogrammeur vebonden is met de centrale, naar
het menu CENTRALE / STATISTIEKEN gaan en het scherm van de statistische
parameters doorlopen:
-
Versie software microprocessor kaart.
-
Aantal uitgevoerde cycli. Indien de motoren vervangen worden, het aantal
tot op dat ogenblik uitgevoerde manoeuvres aantekenen.
-
Aantal cyli uitgevoerd sinds het laatste onderhoud. Wordt automatisch op
nul afgesteld bij iedere zelfdiagnose of schrijven parameters.
-
Datum laatste onderhoud. Manueel bij te werken middels het desbetreffend
menu "Werk datum van onderhoud bij".
-
Beschrijving installatie. Staat toe 16 karakters van identificatie installatie in te
voeren.
7.12) MENU PASSWORD (PASSWORD)
Hiermee kunt u een password invoeren voor de programmering van de kaart
via het U-link" netwerk.
Als het "BESCHERMINGSNIVEAU" van de logica is ingesteld op 1,2,3,4 wordt
het password gevraagd voor toegang tot het programmeringsmenu. Na 10
mislukte toegangspogingen achtereen moet u 3 minuten wachten voor u een
nieuwe poging kunt doen. Tijdens deze periode toont het display bij iedere
toegangspoging het bericht "BLOC". Het default password is 1234.
7.13) OPTIONELE U-LINK MODULES
Zie de instructies van de U-link modules
8) TECHNISCHE GEGEVENS GEÏNTEGREERDE ONTVANGER
Uitgangskanalen van de ontvanger:
-
uitgangskanaal 1, indien actief gemaakt bedient het een START
-
uitgangskanaal 2, indien actief gemaakt bedient het de bekrachtiging van
het relais II° radiokanaal gedurende 1s.
Bruikbare versies transmitters:
Alle transmitters ROLLING CODE compatibel met:
8.1) INSTALLATIE ANTENNE
Een antenne gebruiken afgestemd op 433MHz.
Voor de verbinding Antenne-Ontvanger co-axiale kabel RG58 gebruiken.
De aanwezigheid van metalen massa's tegen de antenne kan de radio-ontvangst
storen. In geval van een beperkt vermogen van de transmitter, de antenne ver-
plaatsen naar een meer geschikt punt.
8.2) MANUELE PROGRAMMERING TRANSMITTERS
In het geval van standaard installaties waarbij de gevorderde functionaliteiten
niet gevraagd worden is het mogelijk over te gaan tot het manueel memoriseren
van de transmitters, hierbij beroep doen op de Fig.B voor de basisprogrammering.
-
Indien men wenst dat de transmitter de uitgang 1 activeert (START) met de
toets 1 of met de toets 2 of met de toets 3 of met de toets 4, de transmitter
inschakelen in het menu toets start zoals op fig. B.
-
Indien men wenst dat de transmitter de uitgang 2 activeert (relais II° radiokanaal)
met de toets 1 of met de toets 2 of met de toets 3 of met de toets 4, de
transmitter inschakelen in het menu toets 2kan. zoals op fig. B.
Opmerking: De verborgen toets P1 neemt een verschillend aspect aan
naargelang het model van transmitter.
Voor de transmitters uitgerust met verborgen toets, drukken op de verborgen
drukknop P1 (Fig.B1). Voor de transmitters zonder verborgen toets, stemt de
toets P1 overeen met de gelijktijdige druk van de 4 toetsen van de transmitter
of, wanneer men het batterijvak opent, door met een schroevendraaier de
twee soldeerpunten P1 te overbruggen (Fig.B2).
BELANGRIJKE OPMERKING: DE EERSTE GEMEMORISEERDE TRANSMITTER
MARKEREN MET HET SLEUTELZEGELTJE (MASTER).
De eerste transmitter, in het geval van een manuele programmering, kent de
SLEUTELCODE VAN DE ONTVANGER toe; deze code blijkt noodzakelijk te zijn om
de volgende klonering van de radiotransmitters te kunnen uitvoeren.
8.3) PROGRAMMERING REMOTE TRANSMITTERS (Fig. 20)
1) Drukken op de verborgen toets (P1) van een reeds gememoriseerde transmitter
in de standaard modaliteit middels de manuele programmering.
2) Drukken op de normale toets (T1-T2-T3-T4) van een reeds gememoriseerde
transmitter in de standaard modaliteit middels de manuele programmering.
3) De waaklamp knippert. Binnen 10s drukken op de verborgen toets (P1) van
een te memoriseren transmitter.
4) De waaklamp blijft vast branden. Drukken op de normale toets (T1-T2-T3-T4)
van een te memoriseren transmitter.
De ontvanger verlaat de modaliteit programmering na 10s, binnen deze tijd is
het mogelijk bijkomende nieuwe transmitters in te voeren.
Deze modaliteit vereist niet de toegang naar het bedieningsbord.
9) MANOEUVRE VAN NOODGEVAL
Ingeval de elektrische energie ontbreekt of bij een defect van het systeem, moet
men om het manoeuvre manueel uit te voeren, aan het touwtje verbonden met
het wagentje trekken zoals op fig.21. Voor garages zonder secundaire uitgang is
het verplicht een deblokkeerinrichting van aan de buitenkant te monteren met
een sleutel type Mod.SM1 (fig.22) of Mod.SET/S (fig.23).
10) NAZICHT VAN DE AUTOMATISERING
Voordat men de automatisering definitief operationeel maakt, moet men
zorgvuldig de volgende punten controleren:
• De correcte werking van alle veiligheidsinrichtingen controleren (micro-
-eindaanslag, fotocellen, gevoelige boorden, enz.).
• Verifiëren of de stoot (anti-verpletting) van de deur binnen de limieten ligt
voorzien door de normen in voege en in ieder geval niet te hoog in vergelijking
met de condities van installatie en gebruik.

Hide quick links:

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido