is aan de aansluitdiameter van het toestel, via een trechter die een spleet van minimum 20 mm laat.
Deze opening biedt de mogelijkheid om een visuele controle uit te voeren. Sluit de ingang van de be-
veiligingsgroep via een flexibele leiding aan op de buis van koud leidingwater, gebruik hiervoor indien
nodig een afsluitkraan (D afb. 2). Voorzie ook een leiding om het water af te voeren wanner de kraan
wordt geopend op de verwarmer te ledigen; breng deze leiding aan op de uitgang C afb. 2.
Wanneer u de beveiligingsgroep aanschroeft, mag u die niet volledig aanschroeven tot tegen de aan-
slag en niet forceren. Wanneer de druk op het distributienet in de buurt ligt van de instellingswaarden
van de klep, is het noodzakelijk om een drukregelaar toe te passen, die u zo ver mogelijk van het toestel
opstelt. Indien u eventueel beslist om meng groepen te installeren (kranen of douchemengkraan), moet
u eventuele onzuiverheden uit de leidingen aflaten omdat die deze groepen kunnen beschadigen.
ELEKTRISCHE AANSLUITING
Voordat u het toestel installeert, is het verplicht om een nauwkeurige controle van de elektrische in-
stallatie uit te voeren om de conformiteit ervan met de geldende veiligheidsnormen na te gaan, en op
te controleren of de installatie geschikt is voor het maximale vermogen opgenomen door de waterver-
warmer (raadpleeg de gegevens op het plaatje) en of de doorsnede van de kabels voor de elektrische
aansluitingen geschikt is en conform met de geldende normen. De constructeur van het toestel is niet
verantwoordelijk voor eventuele schade veroorzaakt door het ontbreken van de aarding van de instal-
latie of door problemen met de elektrische voeding. Vooraleer het toestel in werking te stellen, moet u
controleren of de netspanning overeenstemt met de waarde op het plaatje van de toestellen.
Verdeelstekkers, verlengkabels en adapters zijn verboden.
Het is verboden om de leidingen van de waterinstallatie, verwarmingsleidingen en gasleidingen te ge-
bruiken om de aarding van het toestel op aan te sluiten. Indien het toestel met een voedingskabel is
uitgerust en deze kabel aan vervanging toe is, moet u een kabel gebruiken met dezelfde kenmerken
(type H05VV-F 3x1,5 mm2, diameter 8,5 mm). De voedingskabel (type H05VV-F 3x1,5 mm2 diameter
8,5 mm) moet in het gat aan de achterkant van het toestel worden gebracht en tot aan de klemmen
van de thermostaat lopen (Afb. 4, Ref. M); Om het toestel van het net af te sluiten, moet een bipolaire
schakelaar worden gebruikt die beantwoordt aan de geldende nationale normen (opening tussen de
contacten minstens 3 mm, maar beter indien met zekeringen uitgerust). Het is verplicht om het toestel te
aarden; de aardingskabel (die geel-groen moet zijn en langer dan de kabels van de fasen) moet worden
bevestigd op de klem ter hoogte van het symbool
Indien er geen voedingskabel bij het toestel is meegeleverd, moet de installatiewijze worden gekozen
uit de volgende mogelijkheden:
- aansluiting op het vast net met vast leiding (als het toestel niet van kabelklemmen is voorzien), gebruik
een kabel met 3x1,5 mm² als minimale doorsnede;
- met een flexibele kabel (type H05VV-F 3x1,5 mm², diameter 8,5 mm), wanneer er een kabelklem bij
hettoestel meegeleverd is.
Test en inschakeling van het toestel
Vooraleer het toestel in te schakelen, moet u het met leidingwater vullen.
Dit vullen voert u uit door de hoofdkraan van de installatie thuis te openen, evenals de kraan van het
warme water, tot alle lucht uit de tank is afgelaten. Controleer visueel of er geen water lekt, ook uit de
flens, indien nodig moet u de bouten voorzichtig wat aanhalen.
Geef spanning door de schakelaar te bedienen.
ONDERHOUD (VOOR GEKWALIFICEERD PERSONEEL)
Alle ingrepen en onderhoudsactiviteiten moeten door erkende installateurs worden uitgevoerd (installa-
teurs die in het bezit zijn van de rekwisieten die door de geldende normen worden vastgesteld).
Voordat u de Technische Servicedienst inschakelt omdat u een storing vermoedt, dient u te controleren of
deze storing niet afhankelijk is van andere oorzaken, zoals bijvoorbeeld een tijdelijke onderbreking van de
toevoer van water of elektriciteit.
LET OP: KOPPEL HET APPARAAT LOS VAN DE NETVOEDING VOORDAT U WERKZAAMHEDEN VERRICHT.
182 / NL
(Afb. 4, Ref.J) worden bevestigd.