Storingen en oplossingen
STORINGEN EN OPLOSSINGEN
De oven wordt niet warm.
Zorg ervoor dat de oven goed is aangesloten en
controleer of de elektrische zekering niet is uitge-
slagen. Verhoog de gekozen temperatuur.
De ovenverlichting werkt niet.
Vervang de lamp of zekering. Zorg ervoor dat de
oven correct is aangesloten.
De koelventilator blijft aan na het uitscha-
kelen van de oven.
Dat is normaal, de ventilatie kan tot max. een uur
na het bakken werken om de temperatuur binnen
en buiten de oven te laten zakken. Bij langer dan
een uur, contact opnemen met de servicedienst.
De pyrolysereiniging wordt niet uitgevoerd.
Controleer de sluiting van de deur. Het kan een
storing aan de deurvergrendeling of de tempe-
ratuursensor betreffen. Als de storing aanhoudt,
neem dan contact op met de Servicedienst.
Het symbool
knippert in de display.
De deurvergrendeling is defect, bel de Service-
dienst.
Koken in een bain-marie.
Gebruik geventileerde kookstanden wanneer u au
bain-marie kookt.
Trillend geluid.
Controleer of het netsnoer geen contact maakt
met de achterwand.
Dit is niet van invloed op de goede werking van uw
apparaat, maar kan wel tijdens de ventilatie voor
een trillend geluid zorgen. Verwijder uw apparaat
en verplaats het snoer. Zet uw oven terug.