2. Steldegewenstesnijdiepteinopde
snijdiepte-schaal(29)metbehulpvan
de referentiemarkering (28).
A:Markeringzondergeleiderail
B: Markeringmetgeleiderail
3. Laat de vergrendeling (15) los.
Geleiderail aansluiten
Degeleiderailszijnaandeonder-
zijdevoorzienvanspaanbescher-
mer (zwarte rubberen lip). Deze spaanbe-
schermer moet vlak op de lengte van de
geleiderailwordeningekortvóórdeeerste
snede. Plaats de geleiderail op een werk-
stuk. Stel op de invalcirkelzaag een zaag-
diepte van ca. 10 mm in en schakel ze in.
Geleiddeinvalcirkelzaaggelijkmatigen
met een lichte druk in de zaagrichting.
1. Duw het verbindingselement (32) in de
groef van de geleiderails (31).
Het verbindingselement moet in het mid-
den tussen de twee geleiderails liggen.
2. Draai de stelschroeven (33) vast met de
kleine inbussleutel (17).
Werkinstructies
Dezaagbreedte-markeringen(26)
op de beschermkap (24) geven de
voorste en achterste zaagpunt van het
zaagbladaan(Ø 140mm),bijmaximale
zaagdiepte.
Zagen (zonder geleiderail)
Zagen onder een rechte hoek
• Houd de machine met beide handen
vast,éénhandopdehandgreep(6)en
detweedeophetextrahandvat(1).
• Schakel het apparaat in, zie hoofdstuk
„In-/uitschakelen"
• Plaats het apparaat met het voorste
deel van de zaagtafel (10) op het
werkstuk.
• Laat de invalcirkelzaag zakken en
zaag met gematigde druk voorwaarts
– nooit achterwaarts.
Versteksnedes tot 45°
• Steldegewenstesnijhoekinzoalsbe-
schreveninhethoofdstuk"Instellenvan
desnijhoek".
• Houd de machine met beide handen
vast,éénhandopdehandgreep(6)en
detweedeophetextrahandvat(1).
• Schakel het apparaat in, zie hoofdstuk
„In-/uitschakelen"
• Plaats het apparaat met het voorste
deel van de zaagtafel (10) op het
werkstuk.
• Laat de invalcirkelzaag zakken en
zaag met gematigde druk voorwaarts
– nooit achterwaarts.
Insteeksneden
• Steldegewenstesnijdiepteinzoalsbe-
schreveninhethoofdstuk"Instellenvan
desnijdiepte".
• Plaats het apparaat op het werkstuk.
• Houd de machine met beide handen
vast,éénhandopdehandgreep(6)en
detweedeophetextrahandvat(1).
• Schakel het apparaat in, zie hoofdstuk
„In-/uitschakelen"
• Laat de invalcirkelzaag zakken en
zaag met gematigde druk voorwaarts
– nooit achterwaarts.
Verminder het risico van terugslag
door de achterrand tegen een aan-
slag te plaatsen (bv. de geleiderail).
Alshetzaagbladtijdenshetzagen
zijdelingsverschuift,kanhetvastlo-
pen, met terugslag als gevolg. Wanneer u
NL
BE
85