1) ALGEMEEN
De actuator ARES VELOCE SMART BT A500 biedt een grote veelzijdigheid voor
de installatie, dankzij de uiterst lage positie van de rondselas, de compacte afme-
tingen van de actuator en de hoogte- en diepteafstelling waarover hij beschikt.
De instelbare elektronische koppelbegrenzer waarborgt de bescherming tegen
pletgevaar. De handmatige noodmanoeuvre kan uiterst eenvoudig worden
uitgevoerd door middel van een deblokkeringshendel.
De stilstand bij de eindaanslag wordt gecontroleerd door elektromechanische
microschakelaars.
Het bedieningspaneel MERAK SV wordt door de fabrikant met standaard instel-
lingen geleverd. Wat voor wijziging dan ook moet worden ingesteld door middel
van het geïntegreerde programmeerbare display of door middel van de universele
programmeerbare palmtop.
Ondersteunt de protocollen EELINK en U-LINK.
De voornaamste kenmerken zijn:
- Controleert 1 laagspanningsmotor
- Obstakelwaarneming
- Gescheiden ingangen voor de veiligheden
- Configureerbare bedieningsingangen
- Geïntegreerde radio-ontvanger rolling-code met klonering zenders.
De kaart is uitgerust met een verwijderbare verbindingsstrip om het onderhoud
of de vervanging eenvoudiger te maken. De kaart wordt geleverd met een serie
voorbekabelde geleiderbruggen om het werk van de installateur te vergemak-
kelijken. De geleiderbruggen betreffen de klemmen: 70-71, 70-72, 70-74. Verwijder
de geleiderbruggen als u de genoemde klemmen gebruikt.
"De installatie moet uitgevoerd worden door gekwalificeerd
personeel (professioneel installateur, volgens EN 12635), overeenkomstig
de Praktijkrichtlijn en deze code"
WAARSCHUWINGEN - Beveilig de gevaarlijke randen volgens
de bepalingen van de verordening EN12453: breng actieve randen
aan en gebruik de ingangen SAFE1 en SAFE2.
Voor de detectie van obstakels moet de actieve veiligheidsrand
voorzien worden: ASO SENTIR EDGE 115SK / BIRCHER EP45x99A1
(NIET BIJGELEVERD)
CONTROLE
Het paneel MERAK SV controleert het bedrijfsrelais en de veiligheidsinrichtingen
(fotocellen), vóór het uitvoeren van iedere openings- en sluitingscyclus.
In geval van storingen de normale werking van de aangesloten inrichtingen en
de bekabelingen controleren.
2) TECHNISCHE GEGEVENS
Voeding
220-230V 50/60 Hz
Opgenomen vermogen
400 W
Module rondselas
4mm (14 tanden)
Snelheid vleugel
25 m/min
Max. gewicht vleugel
500 Kg
Max. koppel
20 Nm
Reactie op de botsing
Elektronische koppelbegrenzer
Smering
Permanent vet
Handmatige manoeuvre
Mechanische deblokkering met hendel
Type gebruik
intensief
Noodbatterijen (optioneel)
2 batterijen van12V 1, 2Ah
Omgevingscondities
-20 / +55°C
Beschermingsgraad
IP44
Lawaaierigheid
<70dBA
Gewicht aandrijving
7kg
Afmetingen
Zie Fig. I
Isolatie netwerk/lage spanning
> 2MOhm 500V
Bedrijfstemperatuur
-20 / +55°C
Thermische beveiliging
Software
Diëlektrische sterkte
netwerk/bt 3750V~ gedurende 1 minuut
24V ~ (0,5A max. absorptie)
Voeding accessoires
24V ~ safe
AUX 0
Gevoed contact 24V
AUX 3
Contact N.O. (24V~ /1A max)
Zekeringen
Zie Fig. G
Radio-ontvanger Rolling-Code
frequentie 433.92MHz
geïntegreerd
Instelling parameters en
LCD-display /universele programmeerbare
palmtop
opties
Aantal combinaties
4 miljard
Max. aantal afstandsbedie-
ningen die in het geheugen
63
kunnen worden opgeslagen
Bruikbare versies zenders:
Alle zenders ROLLING CODE compatibel met
3) VOORBEREIDING LEIDINGEN FIG.A
De elektrische installatie voorbereiden onder verwijzing naar de geldende normen
INSTALLATIEHANDLEIDING
MOTOR
500
ZENTRAL
N.O. (1A max)
~
voor de elektrische installaties CEI 64-8, IEC364, harmonisatie HD384 en andere
nationale normen.
4) VOORBEREIDING BEVESTIGING MOTOR FIG.B
Zorg voor een gat waar u het cementblok in aanbrengt zodat u de expansieplug-
gen op de aangegeven posities, zie (AFB.B) kunt aanbrengen.
5) DE BEKLEDING DEMONTEREN FIG. C
5.1) MONTAGE MOTOR FIG.C1
6) MONTAGE ACCESSOIRES OVERBRENGING FIG.D - D1
Aanbevolen typen tandheugels (fig.I)
7) CENTRERING TANDHEUGEL T.O.V. DE RONDSELAS FIG.J - K1 - L
GEVAAR – De laswerkzaamheden dienen te worden uitgevoerd door
een persoon die daartoe in staat is en is uitgerust met alle persoonlijke
beschermingen voorzien door de geldende veiligheidsvoorschriften FIG.K
8) BEVESTIGING EINDSLAGBEUGELS FIG.E
9) STOPAANSLAGEN FIG.O
GEVAAR - Het hek moet zijn uitgerust met mechanische stopaanslagen
zowel bij opening als bij sluiting, om te vermijden dat het hek uit de
bovenste geleider loopt. Deze moeten stevig aan de grond bevestigd worden,
een paar centimeter voorbij het elektrische stoppunt.
10) ANDMATIGE DEBLOKKERING (Zie GEBRUIKERSHANDLEIDING -FIG.3-).
Opgelet Niet HARD tegen de vleugel van het hek duwen, maar het hek
BEGELEIDEN gedurende de volledige slag.
11) AANSLUITING AANSLUITKAST FIG. G-P
Na de passende elektrische kabels door de kanalen te hebben gevoerd en de ver-
schillende componenten van het automatiseringssysteem op de vooraf gekozen
punten bevestigd te hebben, wordt overgegaan tot hun aansluiting volgens de
aanwijzingen en de schema's aanwezig in de desbetreffende instructiehandlei-
dingen. De verbinding van de fase, de neutraal en de aarde uitvoeren (verplicht).
Klem de voedingskabel in de kabelklem (FIG.P-ref.P1). Sluit de beschermende
draad (aarde) met de groen/geel gekleurde isolatie aan op de desbetreffende
klem (FIG.P-ref.P2).
WAARSCHUWINGEN – Tijdens de bekabelings- en installatiewerkzaamheden de
geldende normen raadplegen en in ieder geval de geldende technische normen.
De met verschillende spanningen gevoede geleiders moeten fysiek gescheiden
worden, of op passende wijze geïsoleerd worden met min. 1 mm extra isolatie.
De geleiders moeten verbonden worden door een extra bevestiging in de buurt
van de klemmen, bijvoorbeeld met behulp van bandjes. Houd de verbindingska-
bels op grote afstand van de koellichamen.
11.1) LOKALE COMMANDO'S Fig.G
Klem de voedingskabel in de kabelklem (FIG.P-ref.P1) en de kabelgeleider (FIG.P-
ref.P2). Sluit de beschermende draad (aarde) met de groen/geel gekleurde isolatie
aan op de desbetreffende klem (FIG.P-ref.S). Haal de laagspanningsdraden door
de desbetreffende kabelgeleider
(fig.P ref.P3).
12) VEILIGHEIDSINRICHTINGEN
Opmerking: alleen ontvangende veiligheidsinrichtingen gebruiken met vrij
uitwisselbaar contact.
12.1) "TRUSTED DEVICES" FIG. S
12.2) AANSLUITING VAN 1 STEL FOTOCELLEN NIET GECONTROLEERD AFB. H1
12.3) AANSLUITING VAN 1 STEL FOTOCELLEN GECONTROLEERD AFB. H2
13) EENVOUDIGE TOEGANG TOT HET MENU: FIG.1
13.1) TOEGANG TOT DE MENU'S: FIG. 2
13.2) MENU PARAMETERS (PARA ) (TABEL "A" PARAMETERS)
13.3) MENU LOGICA'S (LOGIC) (TABEL "B" LOGICA'S)
13.4) MENU RADIO (radio) (TABEL "C" RADIO)
-
BELANGRIJKE OPMERKING: DE EERSTE OPGESLAGEN ZENDER MARKEREN
MET DE MASTERSLEUTEL (MASTER).
Bij handmatige programmering wordt door de eerste zender de SLEUTELCODE VAN
DE ONTVANGER toegewezen; deze code is noodzakelijk om de daaropvolgende
klonering van de radiozenders te kunnen uitvoeren. De geïntegreerde ontvanger
Clonix beschikt bovendien over enkele belangrijke geavanceerde functionaliteiten:
•
Klonering van de master-zender (rolling-code of vaste code).
•
Klonering voor vervanging van de reeds in de ontvanger opgenomen zenders.
•
Beheer database zenders.
•
Beheer groep ontvangers.
Raadpleeg voor het gebruik van deze functionaliteiten de instructies van de
universeel programmeerbare palmtop en de Algemene gids programmering
ontvangers.
13.5) MENU DEFAULT (default)
Brengt de centrale terug naar de vooraf ingestelde DEFAULT-waarden. Na het
herstel is het noodzakelijk een nieuwe AUTOSET uit te voeren.
13.6) MENU TAAL (language)
Hiermee kan de taal van het programmeerbare display worden ingesteld.
13.7) MENU AUTOSET (AUTOset)
• Om een beter resultaat te behalen, wordt aanbevolen de autoset met stilstaan-
de motoren uit te voeren (dat wil zeggen niet oververhit door een groot aantal
opeenvolgende manoeuvres).
• Een autoset-handeling opstarten door zich naar het daarvoor bestemde menu
te begeven.
• Zodra de OK-knop wordt ingedrukt, wordt het bericht ".... .... .... " weergegeven, de
centrale bestuurt een openingsmanoeuvre gevolgd door een sluitingsmanoeuvre,
tijdens welke automatisch de minimale koppelwaarde wordt ingesteld die voor
.
de beweging van de vleugel noodzakelijk is. Het aantal manoeuvres noodzakelijk
voor de autoset kan variëren van 1 tot 3. Tijdens deze fase is het belangrijk de
verduistering van de fotocellen, alsmede het gebruik van de commando's START,
61
ARES VELOCE SMART BT A500
-