Wanneer dit type batterij gebruikt wordt, moet de speciale zekering FU7 (fig. 6, rif. 2)
uit het bedieningspaneel van de machine verwijderd worden met het hiervoor
bestemde pincet. Deze maatregel dient ervoor om aan de elektronica het gebruikte
type batterij aan te geven.
Monteer de zekering FU7 niet als gelbatterijen gebruikt worden.
De technische kenmerken moeten overeenkomen met die aangegeven in de paragraaf
met de technische gegevens van de machine: het gebruik van zwaardere batterijen kan
de wendbaarheid nadelig beïnvloeden en de tractiemotor oververhitten; toepassing van
batterijen met lagere capaciteit en gewicht vereisen daarentegen frequenter opladen.
De batterijen moeten opgeladen, droog en schoon zijn en de aansluitingen moeten goed
bevestigd zijn.
5.4.1 Batterijen: voorbereiding
Tijdens de installatie of onderhoud aan de batterijen, moet de gebruiker de
persoonlijke beschermingsmiddelen (handschoenen, veiligheidsbril,
beschermende overall, enz.) dragen die nodig zijn om het risico van letsel te
beperken, uit de buurt van eventueel open vuur blijven, en mag hij niet de polen
van de batterijen kortsluiten, geen vonken veroorzaken en niet roken.
De batterijen worden gewoonlijk met zuur geladen en klaar voor gebruik geleverd.
Wanneer men droge batterijen gebruikt, moeten ze alvorens ze aan boord worden
gemonteerd, met de volgende procedure geactiveerd worden:
• vul, nadat de pluggen van de batterijen zijn verwijderd, alle elementen met de
specifieke zwavelzuuroplossing, totdat de platen volledig bedekt zijn (schenk minstens
een paar keer over elk element).
• laat 4 à 5 uur rusten, om de luchtbellen de tijd te geven om naar het oppervlak te
stijgen en de platen om de elektrolyt te absorberen;
• controleer of het elektrolytpeil nog boven de platen staat. Vul in tegengesteld geval het
peil bij met zwavelzuuroplossing;
• sluit de pluggen weer;
• monteer de batterijen in de machine (volgens de hieronder aangegeven procedure).
Het is nu het juiste moment om een eerste oplading uit te voeren alvorens de machine in
bedrijf te stellen:
paragraaf is geschreven.
5.4.2 Batterijen: installatie en aansluiting
Controleer of de hoofdschakelaar op het bedieningspaneel in de stand "0" (uit)
Let op dat op de pluspolen uitsluitend klemmen worden gemonteerd die met het
symbool "+" zijn gemerkt. Controleer de lading van de batterijen niet door middel
Houdt u zich nauwlettend aan de hieronder beschreven aanwijzingen, aangezien
een eventuele kortsluiting van de batterijen hun explosie kan veroorzaken.
1)
Stop de machine, druk op de noodstopknop (fig. 8. ref. 2); schakel de parkeerrem in
m.b.v. het hiervoor bestemde pedaal (fig. 8, ref. 12);
2)
Controleer of beide tanks leeg zijn (ledig ze eventueel: zie de specifieke paragraaf).
3)
Haak de vuilwatertank (fig. 2, ref. 2) van de schoonwatertank los (fig. 2, ref. 3), door
aan de grendelhaak (fig. 7, rif. 1) aan de voorkant van de machine te trekken.
ATTENTIE
! GEVAAR
houdt u zich voor deze handeling aan hetgeen in de betreffende
! GEVAAR
van vonkvorming.
staat.