Gardol GMSE 2045 Manual De Instrucciones Original página 79

Motosierra con motor de gasolina
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 62
Beperk de geluidsontwikkeling en vibratie tot
een minimum!
Gebruik enkel intacte toestellen.
Onderhoud en reinig het toestel regelmatig.
Pas uw manier van werken aan het toestel
aan.
Overbelast het toestel niet.
Laat het toestel indien nodig nazien.
Schakel het toestel uit als het niet wordt ge-
bruikt.
Draag handschoenen.
5. Vóór inbedrijfstelling
Gevaar: Start de motor pas als de zaag volledig
is gemonteerd.
Voorzichtig: Draag bij de omgang met de ketting
altijd veiligheidshandschoenen.
5.1 Geleiderail en zaagketting monteren
(fi g. 2A-2G)
1. Kettingrem ontgrendelen, daartoe voorste
handbescherming (6) in de richting van de
voorste handgreep (7) drukken (fi g. 2A).
2. Verwijder de afdekking van de geleiderail (A)
door de beide moeren (19) (fi g. 2B) los te
draaien.
3. Leg de geleiderail (2) in de houder aan de
kettingzaag (fi g. 2C).
4. Leg de ketting (3) om het aandrijfwiel (C) (fi g.
2E). Let op de draairichting van de ketting (3).
De snijschakels (B) moeten zoals in fi g. 2D
zijn uitgericht.
5. Leg de ketting om de geleiderail (fi g. 2E).
6. De aandrijfschakels van de ketting (3) moeten
volledig in de rondlopende groef (D), en tus-
sen de tanden van het aandrijfwiel (C) glijden
(fi g. 2E).
7. Draai de kettingspanschroef (20) tegen de
klok in, tot de bout (E) zich aan het einde van
zijn schuiftraject bevindt (fi g. 1B/2F).
8. Monteer de railafdekking (A).
Aanwijzing! De bout (E) van de kettingspanin-
richting moet vastklikken in de boring (G) van de
geleiderail (fi g. 2G).
Schuif daarvoor de geleiderail (2) iets naar voor
en terug terwijl u de railafdekking (A) aanbrengt.
Draai de moeren (19) handvast aan.
5.2 Kettingspanning instellen (3A/3B)
Voer het instellen van de kettingspanning alleen
uit bij uitgeschakelde motor.
Anl_GMSE_2045_SPK7_Teil1.indb 79
Anl_GMSE_2045_SPK7_Teil1.indb 79
NL
1. Druk de punt van de geleiderail (2) iets naar
boven en stel de kettingspanning in met be-
hulp van de kettingspanschroef (20) (fi g. 3A).
Een optimale kettingspanning is bereikt, als
de ketting (3) aan de onderkant, in het mid-
den van de geleiderail (2) aanligt zoals in fi g.
3B (B).
2. Blijf een lichte druk uitoefenen op de punt van
de rail en draai de beide moeren (19) vast.
3. Voer een functiecontrole uit. Trek de ketting
(3) met de hand 1x om de geleiderail (2). Als
de ketting (3) maar moeilijk om de geleiderail
(2) kan worden gedraaid of blokkeert, dan is
hij te strak gespannen.
Als dat het geval is, voer dan de volgende kleine
instelling uit:
1. Draai de beide moeren (19) los en draai deze
weer handvast aan.
2. Verlaag de kettingspanning door de kettings-
panschroef (20) tegen de klok in te draaien.
Stel de spanning in in maar kleine stappen
en trek de ketting (3) steeds weer op de
geleiderail (2) naar voor en terug om te con-
troleren of de ketting (3) soepel kan worden
bewogen, maar toch nog nauw aansluit.
Aanwijzing: als de ketting (3) te los zit, dan
draait u de kettingspanschroef (20) met de
klok mee.
3. Als de kettingspanning optimaal is ingesteld,
dan oefent u een lichte druk uit op de punt
van de rail en draait u de beide moeren (19)
vast.
Een nieuwe zaagketting rekt uit, daarom is
het belangrijk om de ketting bij de eerste
inbedrijfstelling in korte tijdsintervallen (ca.
5 sneden) bij te stellen. Deze tijdsintervallen
worden langer bij toenemende bedrijfsduur.
Aanwijzing: Indien de zaagketting (3) TE LOS
of TE STRAK zit, dan verslijten aandrijfwiel, ge-
leiderail en het krukaslager sneller. Fig. 3B infor-
meert over de juiste spanning A (koude toestand)
en spanning B (warme toestand). C toont een te
losse ketting.
5.3 Brandstof en olie
Brandstof
Gebruik voor optimale resultaten normale, loodv-
rije brandstof gemengd met speciale 2-takt olie.
- 79 -
24.02.2017 10:55:43
24.02.2017 10:55:43
loading

Este manual también es adecuado para:

45.018.53