8.
Reiniging van het apparaat (buiten
werking stellen)
Schoon werken is een absolute vereiste voor een storingsvrije
werking. Reinig het apparaat na beëindiging van de
werkzaamheden. Resten bedekkingsmateriaal mogen in het
apparaat in geen geval droog worden en vast gaan koeken. Het
gebruikte reinigingsmiddel (alleen met een vlampunt boven 21
°C) moet geschikt zijn voor het bedekkingsmateriaal.
• Borg het spuitpistool, zie gebruiksaanwijzing van het
spuitpistool.
Reinig en demonteer de spuitdop.
In het geval van een standaard spuitdop, zie pagina 39, punt
13.2.
Ga, wanneer een andere spuitdopuitvoering gemonteerd is, te
werk volgens de betreffende gebruikshandleiding.
1. Aanzuigslang uit het bedekkingsmateriaal halen.
2. Ontlastingsventiel sluiten, ventielstand SPRAY
(p spuiten).
3. Apparaat inschakelen ON (AAN).
4. Haal de trekker van het spuitpistool over om resterend
bedekkingsmateriaal uit de aanzuigslang, de
hogedrukslang en het spuitpistool in een open reservoir te
pompen.
Bij oplosmiddelhoudende bedekkingsmaterialen
moet het reservoir worden geaard.
Let op
Voorzichtig! Spuit of pomp niet in reservoirs met
een kleine opening (spongat)!
Zie veiligheidsvoorschriften
5. Aanzuigslang met retourslang in een reservoir met
geschikt reinigingsmiddel dompelen.
6. Draai de drukregelknop naar pulsreiniging in de rode
zone.
7. Ontlastingsventiel openen, ventielstand PRIME (k
circulatie).
8. Geschikt reinigingsmiddel enkele minuten in het circuit
rondpompen.
9. Ontlastingsventiel sluiten, ventielstand SPRAY (p
spuiten).
10. Trekker van het spuitpistool overhalen.
11. Resterend reinigingsmiddel in een open reservoir pompen,
tot het apparaat leeg is.
12. Apparaat uitschakelen OFF (UIT).
Performance Series 850e
NL
Reiniging van het apparaat (buiten werking stellen)
8.1
Reiniging van de buitenkant van het
apparaat
Trek eerst de stekker uit het stopcontact.
Gevaar voor kortsluiting door binnendringend
water!
Spuit het apparaat nooit af met een hogedruk- of
Let op
een stoomhogedrukreiniger.
Veeg de buitenkant van het apparaat met een in geschikt
reinigingsmiddel gedrenkte doek.
8.2
Hogedrukfilter reinigen
Filterpatroon regelmatig reinigen.
Een verontreinigd of verstopt hogedrukfilter leidt tot een slecht
spuitresultaat of een verstopte spuitkop.
1. Draai de drukregelknop naar UIT in de zwarte zone.
Netstekker uit het stopcontact trekken.
2. Ontlastingsventiel openen, ventielstand PRIME
(k circulatie).
3. Filterbehuizing (afb. 7, pos. 1) met een bandsleutel
losdraaien.
4. Filterpatroon (2) van de steunveer (3) trekken.
5. Alle delen met geschikt reinigingsmiddel reinigen. Indien
nodig, het filterpatroon vervangen.
6. O-ring (4) controleren, indien nodig vervangen.
7. Steunring (5) op de steunveer (3) leggen. Filterpatroon (2)
over de steunveer schuiven.
8. Filterbehuizing (1) indraaien en met een bandsleutel tot de
aanslag vastdraaien.
1
2
29
5
3
4