Installeren/Verbinden
4
Wrijf voorzichtig over de stripantenne op het voorruit in de
richting van de aangegeven pijl zodat de antenne goed vast
zit.
5
Verwijder de scheider (tag 2) van stripantenne (E) in
verticale richting.
Scheider (tag 2)
36
NEDERLANDS
6
Plaats de positie van de uitsparing van de versterkerunit (F)
K
op de
-markering op de strookantenne (E) en plak vast.
Raak de aansluiting op het plakoppervlak (plakzijde) van de
versterkerunit (F) niet aan.
• Wanneer de antenne aan de rechterkant wordt geplaatst
Aardingsvel
Aansluiting van
stripantenne (E)
Contact van versterkerunit
(metalen gedeelte)
• Wanneer de antenne aan de linkerkant wordt geplaatst
Aardingsvel
7
Verwijder de strook die het aardingsvel bedekt en plak het
vel op een metalen gedeelte van de auto.
Zorg dat er voldoende ruimte voor het aardingsvel is zodat het
geen andere interieuronderdelen overlapt (bijv. afdekking van
voorpilaar). Controleer tevens of de interieuronderdelen de
versterkerunit (F) niet hinderen.
Bepaal de positie van
het uitsteeksel met
K
-markering
Afdekking voorpilaar
8
Leid de antennekabels.
Bevestig de antenne met kabelklemmen (G) op diverse posities
aan de pilaar.
9
Plaats de afdekking van de voorpilaar weer terug.
Let op dat het aardingsvel en de versterkerunit (F) bij het weer
plaatsen van de afdekking niet worden beschadigd.
10
Verbind de versterkerunit (F) met de DAB-
antenneaansluiting op de achterkant van het apparaat.
Opmerking:
Zorg ervoor dat
[ON]
op het
[FUNCTION]
(Pagina 5)
[ON]
is aanvankelijk geselecteerd.
Voorruit
Aardingsvel
[DAB ANT POWER]
is ingesteld op
-menu in stand-bymodus.