15. Display
16. Knop „-" van het toerental
17. Knop „+" van het toerental
* Er kunnen verschillen tussen tekening en het product optreden.
UITRUSTING EN ACCESSOIRES
1. Polijstschijf
- 2 st.
2. Aanvullend handvat
- 2 st.
3. Grijpmoer
- 1 st.
4. Bevestigingsschroef
- 2 st.
5. Onderring
- 2 st.
6. Zeskant sleutel
- 1 st.
7. Polijstpad
- 1 st.
8. Polijstspons
- 2 st.
9. Doekje
- 1 st.
WERKVOORBEREIDING
Zet de netwerk spanning op het polijsmachine uit.
MONTAGE VAN DE GRIJPMOER
• Schuif de grijpmoer (6) (afb. A) op de kist van de koppeling (3)
vanaf de voorkant.
• Bevestig met de bevestigingsschroeven (7) (afb. B), door deze
in de montageopeningen (5) aan beide kanten vast te draaien.
De voorkant van de grijpmoer (6) heeft een gleuf voor de vingers
om makkelijk te kunnen grijpen.
MONTAGE VAN HET AANVULLENDE HANDVAT TYPE „D"
Het aanvullende handvat type „D" kan in twee posities zich
bevinden – verticaal en horizontaal (afb. D en E). Kies de positie
voor de montage. In de kraag van het handvat bevinden zich
pennen die in de binnenkader zich blokkeren.
• Schuif het aanvullende handvat type „D" (8) (afb. C) op de kist
van de koppeling (3) vanaf de voorkant.
• Bevestig met de bevestigingsschroeven (7) (afb. D), door deze
in de montageopeningen (5) aan beide kanten vast te draaien.
MONTAGE VAN HET AANVULLENDE HANDVAT
Het aanvullende handvat (9) (afb. F) kan links of rechts vanaf de
kist van de koppeling (3) gemonteerd worden. Het is aangeraden
om deze met accessoires van de diameter boven 125mm te
gebruiken.
Draai het aanvullende handvat (9) (afb. F) in de montageopening
(5) in de kist van de koppeling (3).
MONTAGE EN DEMONTAGE VAN DE POLIJSTSCHIJF /
POLIST-EN SLIJPSCHIJF
• Druk op de blokkadeknop van de spil (4) en draai de spil tot het
vastklikt.
• Plaats de polistschijf (10) (afb. G) op de spil – rechtse
schroefdraad.
• Laat de blokkadeknop van de spil (4) los.
• Demontage van de polistschijf gebeurt in de omgekeerde
volgorde van de montage.
• Op een identieke manier wordt de polijst-/en slijpschijf met
klittenband gemonteerd (12) (afb. I).
De de blokkadeknop van de spil (4) wordt alleen gebruikt voor
bevestiging en verwijdering van de polijst- en slijpschijf.
Gebruik het niet als een rem bij de bewegende schijf. Dat kan
de polistmachine beschadigen of een letsel van de gebruiker
veroorzaken.
BEVESTIGING VAN DE POLIJSTPAD
• Plaats de polijstpad (11) (afb. H) (eventjes uitrekken) op de
polijstschijf (10) (afb. D).
• Beveilig het door het touw aan te spannen (duw de uiteinden van
het touw naar binnen van de polijstpad, dat ze tijdens de werking
niet los zijn).
De polijstpad moet strak aan de polijstschijf zitten.
OPZETTEN VAN HET SCHUURPAPIER / DE POLIJSTSPONS
De polijstmachine is uitgerust van de polijst-en slijpschijf (12) (afb.
I) met de z.g.n. klittenband. Gebruikt dus uitsluitend het juist
schuurpapier of polijstspons met de juiste maat.
Plaats het schuurpapier of de polijstspons (13) (afb. I) op de
polijst-en slijpschijf en druk even.
WERK / INSTELLINGEN
Alvorens met de werkzaamheden te beginnen, controleer de toestand
van de slijpsteen. Gebruik geen gebroken, versleten of op een andere
manier beschadigde slijpstenen. Zulke werkstukken dienen altijd te
worden vervangen.
IN- EN UITSCHAKELEN
De netspanning moet overeenkomen met de spanning aangegeven op
het typeplaatje van de polijstmachine. Houd de polijstmachine tijdens
het opstarten en tijdens het werk met de beide handen vast.
De polijstmachine is voorzien van een schakelaar die tegen
toevallig aanzetten beveiligd.
• Schuif de hoofdschakelaar (14) (afb. J) naar links naar de stand
„I".
• Op het display (15) gaat „00" verschijnen en de spanning staat
aan.
• Het uiteindelijk aanzetten van de motor van het
elektrogereedschap gebeurt met de knop „+" van het toerental
(17).
• Het uitzetten van de motor van het elektrogereeschap gebeurt
met de knop „-" van het toerental (16), terug naar „00" op het
display.
• Het verschuiven van de hoofdschakelaar (14) naar „0" zet de
spanning uit.
Bij het wegvallen van de spanning tijdens het werk, na het
terugkomen van de spanning gaat het elektrogereedschap terug
naar de stand „00" op het display, dus de spanning is aan maar de
motor is stil. Het gaat op die manier gebeuren indien de
schakelaar in de "I" stand was.
INSTELLEN VAN HET TOERENTAL
Het toerental wordt met de knoppen van het toerental op de
besturingspaneel (2) ingesteld. Op het display (15) (afb. J)
verschijnt de tweecijferige ongeveer waarde van het toerental
gemengd door x100 (toer/min). Het instellen gebeurt stapsgewijs.
De mogelijke instellingen op het display zijn: 00, 10, 15, 20, 25, 30.
• De stijging van het toerental wordt bereikt door op de knop „+"
van het toerental te drukken (17) (afb. J).
• De verlaging van het toerental wordt bereikt door op de knop „-"
van het toerental te drukken (16) (afb. J).
• Druk de knop zolang de gewenste waarde wordt bereikt.
De ingestelde waarde blijft op hetzelfde niveau zowel op de nul
versnelling als tijdens het werk.
Bij het opstarten, de motor begint met een trage beweging die wordt
gebruikt om de motor onbelast te laten draaien. Probeer niet om
meteen te werken of druk uitoefenen op de polijstmachine vóór het
bereiken door de motor het maximale toerental.
Het wordt aanbevolen om voor het polijsten, fijnpolijsten,
gladstrijken een laag toerental te kiezen. De hoge toerentallen
worden voor het slijpen gebruikt.
POLIJSTEN
Gebruik voor het polijsten afhankelijk van het soort werk de
passende polijstpads en polijstschijven, bijv. met een spons of
schuim, vilt, stof, multi-lagen textiel, enz.
• Gebruik alleen schone polijstsponsen en -pads.
• Gebruik alleen sponsen en andere accessoires met de juiste
hardheid aangepast aan de aanwijzingen van de producent van de
polijstpasta of middel voor lakonderhoud.
• Het gehele oppervlak van de polistschijf zou op het oppervlak
van de gepolijste element moeten liggen.
• Het polijsten moet op de koude verf worden uitgevoerd.
• Breng de polijstpasta op het oppervlak van de polistpad (vermijd
direct contact van het polijstmiddel met het te polijsten oppervlak).
80
