4 - ONDERHOUD EN REINIGING
Alvorens ongeacht welke reiniging of welk onderhoud op
het apparaat uit te voeren, trek de stekker uit het stopcon-
tact en wacht tot de ventilator gestopt is.
4.1 - REINIGING
4.1.a - Reiniging van het apparaat
•
Gebruik een droge doek om het apparaat te reinigen.
•
Als het apparaat erg vuil is, is het mogelijk een doek te gebruiken die vochtig gemaakt is met lauw
water (max. 50°C) en een delicaat reinigingsmiddel, om de externe delen te reinigen . Droog het
vervolgens met een droge doek.
Controleer of het apparaat volledig droog is alvorens de stekker weer in het stopcon-
tact te steken.
Gebruik geen antistatische of chemisch behandelde doek om het apparaat te reinigen.
Gebruik geen benzine, oplosmiddelen, polijstpasta of soortgelijke middelen. Deze
producten kunnen de kunststof oppervlakken vervormen of breuken veroorzaken.
Gebruik geen oliën, chemische stoffen of schuurmiddelen om het apparaat te reini-
gen.
Was of dompel het apparaat niet in water.
•
Gebruik een stofzuiger om het stof van de roosters voor de luchtinlaat-/uitlaat te verwijderen.
Als het apparaat slecht werkt, probeer dan niet het te demonteren maar wendt u tot de
verkoper of tot de technische assistentiedienst.
4.2 - REINIGING VAN HET LUCHTFILTER (AFB.10-11)
Het filter filtert onzuiverheden uit de lucht en moet daarom iedere maand worden ge-
reinigd.
•
Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact.
•
Draai de twee schroeven (X) die het luchtintrederooster (5) aan het apparaat bevestigen los met
een kruiskopschroevendraaier.
•
Verwijder het luchtintrederooster en de filters (10 en 11) van diens plaats.
•
Verwijder de filters (10 en 11) uit het rooster.
•
Maak het rooster (5) en het filter (10) schoon met een stofzuiger of was ze met water (en eventueel
een neutraal reinigingsmiddel) en laat ze vervolgens op een koele plaats drogen (afbeelding 11).
•
Maak het actief koolstoffilter (11) schoon met een stofzuiger. Vervang het als het vuil of versleten is.
•
Plaats de filters (10 en 11) terug in het rooster.
•
Hermonteer het luchtintrederooster (5) met luchtfilter (10) en actief koolstoffilter (11) aan het apparaat
door de twee schroeven (X) vast te draaien.
Het actief koolstoffilter (11) mag NIET gewassen worden. Het wordt aanbevolen om
het iedere 6÷12 maanden gebruik te vervangen.
Als de filters (10 en 11) beschadigd zijn, vervang ze dan.
Laat het rooster (5) en het filter (10) volledig drogen voordat ze worden teruggeplaatst.
Gebruik het apparaat niet zonder het rooster (5) en/of de filters(10 of 11) en net zomin
met beschadigde filters.
NL - 16