4.2 Gebiedsuitbreiding
Als de FlexFilter EX gebruikt wordt om brandbaar stof
op te vangen, moet het gebied rondom de uitlaat van
het opgevangen materiaal beschouwd worden als een
"EX-gebied" volgens de richtlijn 1999/92/EG.
Dit betekent dat het gebied rond de uitlaat moet wor-
den geclassificeerd als een EX-zone. De omvang en
het type van de zone is afhankelijk van veel verschil-
lende factoren, zoals ventilatie, de outputfrequentie,
het ontwerp van de opvangbak, enz.
Het is aan de klant/eindgebruiker om geschikte docu-
mentatie te bepalen, te ontwikkelen en dit gebied te
markeren volgens de richtlijn 1999/92/EG.
De ventilatie verbeteren en regelmatige routines im-
plementeren voor het reinigen zal de omvang van het
EX-gebied in het algemeen minimaliseren en de clas-
NL
sificatie van de zone reduceren.
Afbeelding 2
toont een algemeen voorbeeld van hoe
het EX-gebied zich rond de FlexFilter EX strekt.
4.3 Categoriebeperking
De functie van de FlexFilter EX is om een deel uit te
maken van een afzuigsysteem. Zelfs als de FlexFilter
EX met
-symbool categorie 3D-apparatuur is voor
gebruik in zone 22, kan het worden gebruikt met een
leidingsysteem dat intern geclassificeerd is als zone
20 of 21.
De binnenkant van de FlexFilter is in het algemeen ge-
classificeerd als zone 20 of 21.
Aangezien er geen interne ontstekingsbron is binnen-
in de FlexFilter EX, moet de binnenkant worden be-
schouwd als eenvoudige filter/silo en valt niet onder
het toepassingsgebied van de richtlijn 94/9/EG
4.4 Toegestane materialen
Het is van het grootste belang de eigenschappen van
het afgezogen materiaal te kennen.
De FlexFilter EX is bedoeld als een deel van een af-
zuigsysteem dat materiaal met de volgende eigen-
schappen opvangt:
MIE (Minimum Ignition Energy - minimale ontstekings-
energie) > 1 mJ
15 Bron: ATEX 2014/34/EU Guidelines 2017 § 243 Filter units and vented silo bins.
212
FlexFilter EX
MIT (Minimum Ignition Temperature - minimale ont-
stekingstemperatuur) > 205 ºC.
Kst: Zie het typeplaatje op het product.
Pmax: Zie het typeplaatje op het product.
Materialen met eigenschappen die niet vallen binnen
de bovengenoemde waarden dienen vooraf te wor-
den onderzocht alvorens de FlexFilter EX te gebrui-
ken. Neem contact op met Nederman voor technische
ondersteuning en Stofonderzoek.
WAARSCHUWING! Gevaar voor persoonlijk
letsel
Verzamel geen items die tot ontsteking of
blokkering kunnen leiden. Het is ten strengste
verboden om materiaal te verzamelen dat ge-
vaarlijke chemische of thermische reacties kan
ondergaan en/of dat spontaan kan ontbran-
den.
Sommige materialen kunnen chemische reac-
ties ondergaan in combinatie met vocht/water.
Dergelijk vocht kan zich bijvoorbeeld vormen
indien de vochtigheid in de onttrokken lucht
gecondenseerd wordt in het filter.
WAARSCHUWING! Gevaar voor persoonlijk
letsel
Breng geen wijzigingen aan dit product aan
zonder eerst Nederman te raadplegen. Het
toevoegen van een drukontlastingsleiding of
het wijzigen van de tussenafstanden of de
lengte van filterelementen beïnvloedt de bere-
keningen volgens EN 14491.
4.5 Atex-onderdelen
De FlexFilter EX is uitgerust met verschillende elektri-
15
.
sche en mechanische onderdelen die vallen onder het
toepassingsgebied van de ATEX-richtlijn 94/9/EG.
Om het hoge veiligheidsniveau met betrekking tot de
productclassificatie te behouden, mogen de afzonder-
lijke ATEX-onderdelen van de ATEX FlexFilter EX niet
worden gewijzigd of mag er niet mee geknoeid wor-
den. Onderdelen, zoals relais, magnetische sensoren
en de klemmenkast moet worden onderhouden over-
eenkomstig de desbetreffende handleiding van de
onderdelen. Het
bevat meer informatie over de ATEX-goedgekeurde
klemmenkast.
Hoofdstuk 13 Elektrische installatie