3.1.3 s
tofBeschermingsfilter
Verkrijgbaar als accessoire. Het fijnmazige filter voorkomt
het binnendringen van grove stofdeeltjes in de motorbe-
huizing. Regelmatig afnemen en reinigen.
3.1.4 h
AndBescherming
Verkrijgbaar als accessoire. Bestemd voor het werken met
steunschijven, slijpschijven, draadborstels en diamant-
boorkronen voor tegels. Handbescherming aanbrengen
onder de extra greep opzij.
3.2 o
VerBrengingsBehuizing drAAien
De bevestigingsbout van de hendel losschroeven. De
bout en de hendel (met het plaatgedeelte) verwijderen en
wegleggen.
De vier bouten van de overbrengingsbehuizing losschro-
even.
De overbrengingsbehuizing niet verwijderen!
De overbrengingsbehuizing in de gewenste stand draaien
96
zonder deze te verwijderen. De vier bouten van de over-
brengingsbehuizing in de aanwezige gaten met schroef-
draad schroeven. Aanhaalmoment = 3,0 Nm +/- 0,3 Nm.
De veer, die de hendel in de juiste stand drukt, terzijde
schuiven en de hendel (met het plaatgedeelte) plaatsen
en met de bevestigingsbout vastschroeven. Aanhaalmo-
ment = 5,0 Nm +/- 0,5 Nm. Controleren of de hendel cor-
rect werkt: deze moet onder veerspanning staan.
3.3 s
chuurschijf AAnBrengen
3.3.1 s
pindel VAstzetten
De spindelvastzetknop indrukken en de spindel met de
hand draaien tot de spindelvastzetknop hoorbaar inklikt.
3.3.2 d
e slijpschijf erop plAAtsen
De steunflens op de spindel plaatsen. Hij is op de juiste
wijze op de spindel aangebracht als hij zich op de spindel
niet laat draaien.
De slijpschijf op de steunflens plaatsen. De slijpschijf