NL
3.6.1 Rijden met een begeleider
1. Zet de remmen los, of laat ze loszetten door uw begeleider, terwijl hij/zij de rolstoel vasthoudt
om beweging te voorkomen, zie §3.1.
2. De begeleider houdt de handgrepen of duwstang vast en duwt de rolstoel in de gewenste
richting.
3. Wanneer u gestopt bent, zet u de remmen weer vast terwijl de rolstoel op zijn plaats gehouden
wordt, zie §3.1.
3.6.2 Zelf rijden
1. Zet de remmen één voor één los, zie §3.1.
2. Neem de aandrijfhoepels aan de bovenzijde vast.
3. Leun voorwaarts en draai de hoepels naar voor tot uw armen gestrekt zijn.
4. Breng uw handen terug naar de bovenzijde van de hoepels en herhaal de beweging.
5. Om te stoppen: wacht tot de rolstoel stopt en beweeg voorwaarts/achterwaarts door de
aandrijfhoepels te gebruiken.
6. Zet de parkeerremmen één voor één vast, zie §3.1.
3.6.3 Rijden op hellingen
VOORZICHTIG
Als uw begeleider te weinig kracht heeft om de rolstoel te controleren, stop dan met rijden en
zet onmiddellijk de remmen vast.
Wanneer u stopt op een (kleine) helling, gebruik dan de remmen. De rolstoel kan anders
immers onverwacht bewegen.
Zorg ervoor dat alle vier wielen de grond raken wanneer u op of af een helling rijdt.
Neem hellingen zo traag mogelijk.
1. Indien beschikbaar, bevestig de veiligheidsgordel.
2. Vraag, indien nodig en indien mogelijk, of een begeleider of omstaander
u kan helpen.
3. Rijd traag en in een rechte lijn. Bij het oprijden van de helling, leun lichtjes
naar voor (A/B). Bij het afrijden van de helling, leun achterwaarts tegen
de rug.
4. Rijd nooit achterwaarts op een helling.
3.6.4 Omgaan met hindernissen
VOORZICHTIG
Indien u uw rolstoel onvoldoende beheerst, vraag dan hulp van een begeleider.
Zorg ervoor dat de voetplaten de grond niet raken bij het nemen van het obstakel. Indien nodig,
verwijder de voetsteunen.
Gebruik uw rolstoel niet op roltrappen.
Indien beschikbaar, bevestig uw veiligheidsgordel.
Gevaar voor letsel
Gevaar voor letsel door omkantelen
Eclips X2 Kids, Eclips X2 30° Kids
10
2022-06
Uw rolstoel gebruiken
A
B