nl
6.1.5
Beveiliging tegen onopzettelijke inschakeling
Om te voorkomen dat het product bij de gereedschapswissel / het uitlijnen
van de zaagkop 12 onbedoeld wordt bediend, kan de drukknop 2 geblok-
keerd worden.
Drukknop 2 blokkeren:
►
Drukknopbeveiliging 3 naar stand OFF draaien.
De drukknop 2 is geblokkeerd en het product 1 kan niet worden
gebruikt.
Drukknop 2 deblokkeren:
►
Drukknopbeveiliging 3 naar stand ON draaien.
De drukknop 2 is ontgrendeld en het product 1 kan worden gebruikt.
6.1.6
Zaagblad aankoppelen en ontkoppelen
Gevaar voor letsel bij het koppelen/ontkoppelen van
zaagbladen in de ON-stand door onbedoeld bedie-
nen van het product!
WAARSCHUWING
►
Zaagbladen alleen in de OFF-stand koppe-
len/ontkoppelen.
Zaagblad aankoppelen
►
Product 1 met de drukknopbeveiliging 3 tegen onbedoeld bedienen
beveiligen, zie Beveiliging tegen onopzettelijke inschakeling.
►
Voer het zaagblad 11 met de aansluitzijde in de sleuf van de
zaagbladkoppeling 14 tot aan de aanslag. Zorg er daarbij voor dat de
borgpen in het frame van het zaagblad grijpt en dat de zijdelingse
stootranden van het zaagblad aansluiten op de koppeling, zie Afb. C.
►
Druk zo nodig op de drukknop voor de zaagbladontgrendeling/-
vergrendeling 13.
Zaagblad loskoppelen
►
Product 1 met de drukknopbeveiliging 3 tegen onbedoeld bedienen
beveiligen, zie Beveiliging tegen onopzettelijke inschakeling
►
Druk de drukknop voor de zaagbladontgrendeling/-vergrendeling 13
helemaal in.
►
Trek het zaagblad 11 uit de zaagbladkoppeling 14, zie Afb. C.
Zaagkop richten
De zaagkop 12 kan in acht verschillende standen, telkens in stappen van
45° worden gedraaid.
►
Product 1 met de drukknopbeveiliging 3 tegen onbedoeld bedienen
beveiligen, zie Beveiliging tegen onopzettelijke inschakeling.
►
Trek de zaagkop 12 eruit en draai deze naar de gewenste stand (telkens
met 45°).
De zaagkop 12 klikt in elke stand merkbaar vast, zie Afb. D.
6.2
Functionele test
Vóór elk gebruik en na elke intraoperatieve accuwisseling van opzetstuk en
gereedschap moet de functietest worden uitgevoerd.
►
Controleer of er een accu in zit.
►
Zorg ervoor dat het afsluitdeksel volledig vastgeklikt is.
►
Controleer de veilige koppeling van het zaagblad: trek aan het zaag-
blad.
►
Zorg ervoor dat de snijkanten van het zaagblad niet mechanisch
beschadigd zijn.
►
Controleer de veilige plaatsing van de zaagkop: draai deze zonder het
eruit te trekken.
►
Product voor werking activeren (stand ON).
►
Gebruik het product kort met de maximale oscillatiefrequentie.
►
Gebruik geen beschadigde of defecte producten.
►
Houd beschadigde producten onmiddellijk apart.
78
6.3
Gebruik
Coagulatie van patiëntenweefsel of verbrandings-
gevaar voor patiënten en gebruikers door heet pro-
duct!
WAARSCHUWING
►
Koel het instrument tijdens het gebruik.
►
Leg het product/gereedschap buiten de reik-
wijdte van de patiënt neer.
►
Laat het product/gereedschap afkoelen.
►
Gebruik bij de vervanging van het werktuig een
doek om brandwonden te voorkomen.
Gevaar voor infecties of verwondingsgevaar door
aërosolvorming of deeltjes die van het gereedschap
loskomen!
WAARSCHUWING
►
Neem gepaste beschermingsmaatregelen (bijv.
waterdichte beschermende kleding, gezichts-
masker, veiligheidsbril, afzuiging).
Gevaar voor letsel en/of slechte werking!
►
Voer voor elk gebruik een functionele test uit.
WAARSCHUWING
Gevaar voor verwonding door gebruik van het pro-
duct buiten het gezichtsveld!
►
WAARSCHUWING
Gebruik het product alleen onder visuele con-
trole.
Gevaar voor verwonding en beschadiging van het
werktuig/systeem!
Het gereedschap kan afdekdoeken (bijv. textiel)
WAARSCHUWING
vastgrijpen.
►
Laat het gereedschap tijdens gebruik nooit met
afdekdoeken (bijv. textiel) in aanraking komen.
Verbrandingsgevaar voor huid en weefsel door
stompe zaagbladen/onvoldoende onderhouden pro-
ducten!
WAARSCHUWING
►
Gebruik alleen zaagbladen in perfecte staat.
►
Vervang botte zaagbladen.
►
Onderhoud de producten op de juiste manier, zie
Onderhoud.
Opmerking
De aandrijfmotor van het product wordt gebruikt met een magnetisch sen-
sorsysteem. Om een abusievelijke start van de motor te voorkomen, mag het
product niet worden blootgesteld aan magnetische velden (bijv. magneti-
sche instrumentenpanelen).
6.3.1
Product gebruiken
Opmerking
De zachte fluittoon bij het opstarten van het product is te wijten aan het
ontwerp.
►
Drukknop 2 indrukken.
De oscillatiefrequentie van het product 1 wordt traploos geregeld.