Storing
Apparaat wil niet
starten.
Onvoldoende water-
hoeveelheid
Schoonwaterreser-
voir drupt bij het na-
vullen
Onvoldoende zuigca-
paciteit
Onvoldoende reini-
gingsresultaat
Borstel draait niet
Krakend geluid, bor-
stel draait niet
38
Oplossing
Controleren of de netstekker ingestoken is.
Peil van het schone water controleren, indien nodig reservoir bij-
vullen.
Sluiting schoonwaterreservoir openen. Indien bij het openen een
onderdruk in het reservoir wordt vastgesteld, moet de ontluch-
tingsklep in de sluiting van het schoonwaterreservoir gereinigd
worden.
Waterverdeler reinigen (zie "Waterverdeler reinigen").
Verswatertank eruit nemen en zeef op vervuiling controleren. In-
dien nodig, zeef eruit nemen en schoonmaken.
Ventiel met filter van het schoonwaterreservoir verwijderen (af-
beelding 3, zie omslagpagina) en in lauwwarm water spoelen.
Ventiel met filter van het schoonwaterreservoir verwijderen (af-
beelding 3, zie omslagpagina) en in lauwwarm water spoelen.
Vuilwaterreservoir leegmaken.
Vuilwaterreservoir in het apparaat laten vastklikken.
Afdichting tussen vuilwaterreservoir en deksel reinigen en op
dichtheid controleren, indien nodig vervangen.
Pakkingen tussen deksel vuilwaterreservoir en apparaat controle-
ren. Bij beschadigde pakkingen klantendienst consulteren.
Controleren of de zuigbalken in de reinigingskop vastgeklikt zijn.
Zuigbalk verstopt, reinigen.
Wanneer de zuigbalken versleten zijn, de voorste en achterste
zuigbalken met elkaar verwisselen. Wanneer beide zuigbalken
versleten zijn, nieuwe zuigbalken erin zetten.
Controleren of beide delen van de zuigbuis correct met de zuig-
buis verbonden zijn.
Zuigbuis en zuigkanaal in de reinigingskop op verstopping contro-
leren, indien nodig verstopping oplossen (zie „Zuigbuis reinigen").
Controleren of de kabel achter de tanks vlak is gelegd en of het
bijgevoegde deksel is aangebracht.
Borstelwals op slijtage controleren, indien nodig vervangen.
Controleren of vreemde voorwerpen de borstelwals blokkeert, in-
dien nodig vreemde voorwerpen verwijderen.
Schuifkoppeling is in werking gezet. Apparaat uitschakelen, bor-
stelwals controleren / reinigen.
NL
6
-