Wilo EHV G2 Instrucciones De Instalación Y Funcionamiento página 115

Tabla de contenido
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 57
INBOUW
5.2.1. Bevestiging met schroef en plug
1.
Tekenen van de boorgaten: neem de correcte randafstand in acht. Deze moet minstens
2x de lengte van de plug bedragen. Zo voorkomt u scheuren en het afspringen van het
bouwmateriaal.
2.
Gaten boren: de grootte van het gat moet worden aangepast aan de grootte van de
plug. Deze vindt u op de gebruikte plug. Plugformaat 6 past bijvoorbeeld in een gat
van 6 mm.
3.
De diepte van het boorgat: een bevestiging met pluggen blijft alleen goed zitten als de
schroef genoeg plaats heeft. Daarom moet de diepte van het boorgat worden aangepast
aan de lengte van de schroef. Wij raden een diepte aan van de schroeflengte +5 mm.
4.
Reiniging van de boorgaten: het stof wat vrijkomt bij het boren, doet afbreuk aan de
bevestiging van de plug. Daarom moet het boorgat altijd worden uitgezogen of uitge-
blazen.
5.
Montage van de plug: steek de plug zo ver in het boorgat dat hij het bouwmateriaal
egaal afsluit. Let bij het inbrengen van de plug op dat hij niet beschadigd raakt.
Beschadigde of eerder gebruikte pluggen moeten altijd worden vervangen!
5.2.2. Bevestiging met chemisch anker „HAS.../HIS..."
• Het chemische anker mag alleen in gewapend of ongewapend normaal beton van een
vastheidsklasse van minstens C20/25 en hoogstens C50/60 (conform EN 206:2000-12)
worden gebruikt.
• Het chemische anker is alleen geschikt voor ongescheurd beton. Optioneel zijn ook
chemische ankers voor gescheurd beton verkrijgbaar.
• De verankeringsgrond moet indien mogelijk droog zijn.
• Voor het gebruik van chemische ankers moet het bouwwerk op vastheid worden gecon-
troleerd om te garanderen dat de reactiekrachten kunnen worden opgenomen.
• Bij het transport moet worden opgelet dat het mortelpatroon niet beschadigd raakt,
omdat anders het lijmcement hard wordt.
• Defecte of oude mortelpatronen (zie houdbaarheidsdatum) mogen niet worden
gebruikt.
• Het mortelpatroon mag alleen tussen +5 °C en +25 °C worden opgeslagen.
De  o pslagruimte moet koel, droog en donker zijn.
• Gevarenaanduiding van de mortelpatronen
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo EHV G2 - DN250
Nederlands
115
Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido