6. Zuigbuis aan de handgreep (verstelbaar) vasthouden en be-
ginnen met zuigen.
Handzuigslang bewaren
1. Voor de montage van de handzuigslang motortoerental op
2200 1/min instellen.
2. Bij gebruik van de waterslang: Waterpomp uitschakelen, wa-
terslang van de aansluitingen loskoppelen en bewaren.
3. Zuigbuis met handgreep inbrengen en tegen afdekking druk-
ken en bevestigen.
Instructie
Door de onderdruk trekt de zuigbuis naar de afdekking en trekt
de zuigslang samen. Dit is noodzakelijk zodat deze in de houder
kan worden opgeborgen.
4. Resterende zuigslang in de houders drukken en klep sluiten
tot de vergrendeling vastklikt.
5. Blazer uitschakelen.
6. Schakelhefboom indrukken op stand "werken in veegbedrijf".
Aanbouwapparatuur
Instructie
Lees a.u.b. voor de aanbouw de handleiding van de gebruikte
aanbouwapparatuur.
Aanbouwapparatuur is optioneel en kan voor op de fronthefin-
richting (zie hoofdstuk Frontkrachttiller (optie)) of op het bevesti-
gingsframe voor of achter worden aangebracht.
GEVAAR
Gevaar door veranderd zwaartepunt van het voertuig en ver-
anderd rijgedrag. Bij het transport van vloeistoffen kunnen
golfbewegingen optreden die het voertuig doen slingeren.
Bij ombouwen, vooral bij het ombouwen van winter- op zomerbe-
drijf, en bij veranderde ladingen, moet de bestuurder zich op een
gewijzigd rijgedrag instellen.
WAARSCHUWING
Beknellingsgevaar bij het aanbrengen van aanbouwappara-
tuur
Grijp niet tussen de fronthefinrichting en de aanbouwapparatuur.
VOORZICHTIG
Verbrandingsgevaar door hete hydraulische koppelingen
Draag handschoenen bij het loshalen van hydraulische koppelin-
gen.
LET OP
Draag bij het monteren resp. demonteren van de aanbouwappa-
ratuur geschikte beschermende kleding, veiligheidsschoenen en
handschoenen. Dit geldt ook tijdens het gebruikt en de toepas-
sing.
Voordat u aanbouwapparatuur aanbrengt die niet speciaal voor
dit voertuig bestemd is, gelieve u contact op te nemen met uw
dealer. Hij controleert hoe en of deze aanbouwapparatuur op dit
voertuig mag worden gemonteerd en gebruikt. Dat is belangrijk
voor de veiligheid van bestuurder en voertuig alsmede voor
eventuele garantieclaims.
Aanbouwapparatuur die de veiligheid of stabiliteit van het voer-
tuig in gevaar brengt, mag niet worden gebruikt.
252
Aanbouwapparatuur aan het voertuig koppelen
Koppeling aan hydrauliekslang
1
Koppeling aan voertuig
2
Ring
3
1. Ring van de koppeling omlaag trekken en houden.
2. Hydrauliekslang van de aanbouwapparatuur in de koppeling
steken.
3. Ring van de koppeling loslaten.
4. Voor het loskoppelen de ring omlaag trekken, houden en de
hydrauliekslang eruit trekken.
Instructie
Voor toegestane kogelbelasting en aanhangergewicht zie hoofd-
stuk Technische gegevens.
Vergrendeling aanbouwenheden controleren/instellen
De vergrendeling dient voor het beveiligen van de aanbouwappa-
raten (bijv. veegsysteem, frontkrachttiller).
VOORZICHTIG
Gevaar voor ongevallen
De vergrendeling bij elke montage op juiste instelling controleren.
Vergrendelingshendel
1
Spanmoer
2
1. Vergrendelingshendel naar onderen drukken.
Vergrendeling is over het dode punt vastgeklikt.
2. Vergrendeling via spanmoer instellen.
Instructie
De vooras van het voertuig moet altijd met minstens 30%, de
achteras altijd met minstens 30% van het eigen gewicht van het
voertuig belast zijn.
Controleer voor de aanschaf van de aanbouwapparatuur of aan
deze voorwaarden voldaan is, doordat u de voertuig-aanbouwap-
paratuur-combinatie weegt.
Nederlands
Aanhangerkoppeling
Ballasten van het voertuig