Natzuigen
Let op: Vulpeil in het vuilreservoir bij de
opname van grote hoeveelheden vloei-
stof constant controleren aangezien het
reservoir binnen enkele seconden vol
kan zijn en dus kan overlopen.
Voorzichtig
Lokale voorschriften inzake de behande-
ling van afvalwater in acht nemen.
Na het beïindigen van het natzuigen:
–
Vlakvouwfilter drogen. Reservoir met
een vochtige doek reinigen en drogen.
Draaischakelaar
Apparaat AAN
Apparaat UIT
Apparaat inschakelen
Steek de netstekker in de contactdoos.
Apparaat met de draaischakelaar in-
schakelen.
Filterreiniging
Vlakvouwfilter volgens regelmatige inter-
vallen reinigen.
Afbeelding
Greep van de filterreiniging meermaals
uittrekken en inschuiven bij een uitge-
schakeld apparaat.
Apparaat uitschakelen
Apparaat met de draaischakelaar uit-
schakelen.
Netstekker uittrekken.
Na elk bedrijf
Filterreiniging
Greep van de filterreiniging meermaals
uittrekken en inschuiven bij een uitge-
schakeld apparaat.
32
Reservoir ledigen
Parkeerrem vastzetten.
Afbeelding
Ontgrendeling van het afzetmechanis-
me naar boven trekken.
Schuifbeugel omhoog trekken. Reser-
voir wordt ontgrendeld en naar bene-
den gelaten.
Afbeelding
Reservoir aan de handgreep eruit trekken.
Reservoir leegmaken.
Reservoir weer inzetten en met schuif-
beugel vergrendelen.
Waarschuwing
Gevaar voor kneuzing! Bij het
vergrendelen in ieder geval niet
de handen tussen vuilreservoir
en tussenring houden of in de
buurt van het hefmechanisme houden. Re-
servoir door middel van de schuifbeugel
met beide handen vergrendelen.
Reiniging van het apparaat
Apparaat aan de binnen- en buitenkant
reinigen door afzuigen en afvegen met
een vochtige doek.
Apparaat opslaan
Stroomkabel opwikkelen en opbergen:
Zuigslang rond de schuifbeugel wikkelen.
Vloersproeier en zuigbuis in de desbetref-
fende houders steken.
Apparaat in een droge ruimte plaatsen en
beveiligen tegen onbevoegd gebruik.
Voorzichtig
Gevaar voor letsels en beschadigingen!
Houd bij het transport rekening met het ge-
wicht van het apparaat.
Parkeerremmen loszetten en apparaat
aan de duwbeugel verschuiven.
Apparaat bij het verladen bij het onder-
stel pakken, niet bij de schuifbeugel.
Bij het transport in voertuigen moet het
apparaat conform de geldige richtlijnen
beveiligd worden tegen verschuiven en
kantelen.
NL
– 3
Vervoer