BEDIENINGS-HANDLEIDING
1.8 - TOEPASSING PERFORMANCE MONITOR
1.8.1 - Functies en doelen
Dankzij de toepassing SDF Performance Monitor is een duidelijke en schematische weergave mogelijk van alle bewerkingsgegevens
van de machine, statistieken en performancegegevens.
Om toegang te krijgen tot de Performance Monitor-toepassing moet op de knop worden geklikt die op de afbeelding
wordt aangegeven in de linker zijbalk waar zich alle toepassingen van de terminal bevinden.
De toepassing is verdeeld in 3 hoofdgebieden:
GEBIED A: Minischerm links op het scherm. In dit gebied zijn altijd enkele
●
bewerkingsgegevens zichtbaar, ook als de toepassing niet is ingesteld voor
weergave op het hele scherm.
GEBIED B: Weergavegebied van de gegevens van elk specifi ek scherm.
●
(Instellingen, verbruik, oppervlakte, dashboard, enz.)
GEBIED C: Functiemenu van de tractortoepassing
●
1.8.2 - Gebied A: Samenvattend minischerm
Het gebied A, links op het scherm, heeft een samenvattingsfunctie van de gege-
vens die door de toepassing Performance monitor verzameld zijn. Het kan altijd
worden weergegeven, ook als er andere toepassingen worden gebruikt in gebied
B. Gebied B vormt de kern van de toepassing, waar alle gegevens worden weer-
gegeven en de belangrijkste schermen worden ontwikkeld.
Het minischerm toont het volgende:
1.
De bewerkte en het resterende oppervlakte, uitgedrukt in een percentage in numerieke vorm en in grafi sche vorm met een
horizontale voortgangsbalk (het voltooide percentage wordt weergegeven in het groen). Wanneer er onvoldoende brandstof
voorhanden is om de taak te voltooien, wordt de indicatie rood van kleur.
2.
De al verstreken en de nog te voltooien werktijd, uitgedrukt als een percentage in numerieke vorm en in grafi sche vorm met
een horizontale voortgangsbalk. Wanneer er onvoldoende brandstof voorhanden is om de taak te voltooien, wordt de indicatie
rood van kleur.
3.
De activeringsknoppen van de registratie van de task, om de toepassing in staat te stellen de gegevens op te slaan, kunnen
altijd worden gebruikt.
Registreren: start de registratie van de task, wanneer hij actief is, is hij rood.
Afspelen/Pauze: hiermee wordt de registratie gepauzeerd, die kan worden hervat vanaf het laatste punt.
Stoppen: stopt de registratie van de task en genereert het logbestand.
Afb. 27
Afb. 28
1-13