10.1.3 Flitsfunctie voor de slaafflitser
REMOTE
M
1/16
MASTER
I
• Druk in het aanraakscherm zo vaak op de
A
—
u
I
B
—
u
I
C
—
u
I
I
A
B
C
O
MODE
• Druk in het aanraakscherm op de sensor-
P / EV
_
A
_
B
x
_
C
• Druk in het aanraakscherm op de sensor-
O
MODE
OFF
• Druk in het aanraakscherm op de sensor-
TTL
M
REMOTE
M
MASTER
1/16
De gewenste instelling treedt onmiddellijk in
I
A
TTL
u
werking.
I
B
—
u
I
C
—
u
I
I
A
B
C
136
instellen op de master-flitser
A I B I C
sensortoets
, dat het keuzemenu
voor de flitsgroep verschijnt.
toets, voor de gewenste flitsgroep bijv.
toetsen
om de gewenste flits-
functie in te stellen.
toets voor de gewenste flitsfunctie
M
c.q.
.
REMOTE
M
MASTER
1/16
I
A
TTL
u
I
B
—
u
I
C
—
u
I
I
A
B
O
MODE
P / EV
A -
.
EV
A
TTL
_
B
_
C
O
EV
2/3
TTL
1
1 1/3
p
q
REMOTE
M
MASTER
1/16
I
A
TTL
1
u
I
B
—
u
I
C
—
u
I
I
A
B
10.1.3.1 Op de master-flitser een correctie
op de flitsbelichting (EV) , c.q. een
deelvermogen voor de slaafflitser
instellen
• Druk in het aanraakscherm zo vaak op de
A I B I C
sensortoets
, dat het keuzemenu
voor de flitsgroep verschijnt.
C
• Druk in het aanraakscherm op de sensor-
toets be welke een correctiewaarde kan
worden ingesteld.
• Druk in het aanraakscherm op de sensor-
toetsen
en stel de gewenste
correctiewaarden in.
• Druk in het aanraakscherm op de sensor-
toets voor de gewenste correctiewaarde.
De gewenste instelling treedt onmiddellijk in
werking.
C