10.1 Remote master-functie
Slaafgroep A is af fabriek geactiveerd.
De master-flitser en de slaafgroepen A, B
en C kunnen geactiveerd of gedeactiveerd
worden!
Bij een uitgeschakelde master-flitser heeft de
flits van de master-flitser alleen nog slechts
een sturende functie en draagt hij niet bij
aan de belichting van de opname!
10.1.1 Remote-masterfunctie instellen
• Schakel de flitser in met de toets
TTL
• Druk in het aanraakscherm zo vaak op de
x
0.6- 7.2 m
M-
5,6
35
m
F
Zoom
m
EV
• Druk in het aanraakscherm op de sensor-
O
MODE
STROBO
• Druk in het aanraakscherm op de sensor-
REMOTE MASTER
REMOTE SLAVE
De functie van remote-master wordt inge-
steld.
p
q
REMOTE
OFF
In de afbeelding is de functie remote-master
MASTER
aangegeven. De master-flitser zelf draagt niet
I
A
—
u
bij aan de belichting (REMOTE MASTER OFF).
I
B
—
u
Wanneer de master-flitser wel aan de belich-
I
C
—
u
ting moet bijdragen stel dan op de master-
flitser de functie
I
I
A
B
C
134
Het startmenu verschijnt.
sensortoetsen van de aangegeven flits-
functie, dat de aanduiding voor het keuze-
menu voor de functies verschijnt.
REMOTE MASTER
toetsen
en kies
REMOTE MASTER
toets
.
TTL
M
of
in (zie 10.1.2).
REMOTE
OFF
MASTER
I
A
—
u
I
B
—
u
I
C
—
u
I
I
A
B
C
O
MODE
.
OFF
TTL
M
REMOTE
TTL
MASTER
I
A
—
u
uit.
I
B
—
u
I
C
—
u
I
I
A
B
C
10.1.2 Flitsfunctie op de masterflitser
instellen
• Druk in het aanraakscherm zo vaak op de
Off
sensortoets
, dat het mode-keuze-
menu verschijnt.
• Druk in het aanraakscherm op de sensor-
toets voor de gewenste functie, in het voor-
TTL
beeld
.
De ingestelde functie treedt onmiddellijk in
werking.