B
Fig. 11
Verwijder de verstuiverlijn (1) nadat u de
schroeven (2) en de moer (3) losdraaide, de
kabels van de controledoos (4) en de fotocel
(6) ontkoppelde.
Maak de kabels (4) los van de elektroden, ver-
wijder de houder van de vlamhaker (10) van de
verstuiverlijn (1) nadat u de schroef (3, fig. 12)
heeft losgedraaid.
De verstuiver (11) correct vastdraaien, zoals
aangeduid op de tekening.
OPGELET
Bij hermontage van de verstuiverlijn (1, fig. 11)
de moer (3) aandraaien zonder hem de aanslag
te laten raken met een aanhaalmoment van 15
Nm, zoals in de figuur hiernaast getoond wordt.
4.4 AFSTELLING ELECTRODEN
OPGELET
DE
AFSTANDEN
MOETEN
GERESPECTEERD
Voor het afstellen als volgt te werk gaan:
Plaats de spiraalhouder (1) tegen de ver-
stuiverhouder (2) en blokkeren met de
schroef (3).
Voor eventuele regelingen de schroef (4)
losdraaien en de elektrodengroep (5)
verplaatsen.
Om de electroden te kunnen regelen, voer
de handeling uit zoals beschreven onder "4.2
AANGEWEZEN VERSTUIVERS", (blz. 8).
4.5 POMPDRUK
De pomp verlaat de fabriek afgesteld op 12 bar.
Deze regeling kan worden aangepast met de schroef (4, fig. 5, blz. 5).
4.6 AFSTELLING BRANDERKOP
De afstelling van de branderkop varieert op grond van het debiet van de brander.
De branderkop wordt afgesteld door de stelschroef (5) in de richting van de klok of tegen de richting van de
klok in te draaien totdat het streepje op de regelaar (9) overeenstemt met de buitenkant van de
verstuiverhouder (1). In figuur 11 is de kop afgesteld voor een debiet van 1,50 GPH bij 12 bar.
Het streepje 3 van de regelaar komt overeen met de buitenkant van de verstuiverhouder, zoals
aangegeven in de tabel op bladzijde 8.
D5684
3
Fig. 12
WORDEN
(zie fig. 11)
B
Fig. 11
0
4,5
– 0,5 mm
4
5
3
D5537
9
NL
S7210
4 ÷ 5
mm
2
1
20039769