4.3
AFSTELLING BRANDERKOP (zie fig. 12, blz. 6)
De branderkop wordt geregeld in functie van het branderdebiet door te draaien aan de schroef (6) tot het
merkteken op de regelstang (7) overeenstemt met het plan (1) van de verstuiverhoudergroep.
Op de tekening hiernaast is de branderkop afgesteld voor een debiet van 3,50 GPH bij 12 bar.
De regelstang (7) staat in stand 2,5 zoals aangegeven in de tabel.
4.4 AFSTELLING ELECTRODEN
OPGELET
Druk de vlamhakerhouder (1) te-
gen de verstuiverhouder (2) en
zet deze vast met een schroef (3).
Voor eventuele aanpassingen,
draai de schroef (4) los en ver-
plaats de electrodengroep (5).
Om de electroden te kunnen regelen,
voer de handeling uit zoals beschreven
onder "4.2 AANGERADEN VER-
STUIVERS", (blz. 6).
4.5 POMPDRUK EN LUCHTDEBIET
Om de normale start van de brander te waarbor-
gen op elk type ketel, is de brander voorzien van
een hydraulisch systeem, onafhankelijk van de
controledoos, dat het brandstofdebiet en het lucht-
debiet vermindert.
Op het ogenblik van de ontsteking, is de druk aan
verstuiver 9 bar. Na 3 - 9 seconden, verhoogt de
druk automatisch tot 12 bar.
Het luchtdebiet, in het begin afgesteld voor een
kleine vlam, verandert automatisch naar het nodi-
ge volume voor grote vlam indien de druk wijzigt.
REGELING KLEINE ONTSTEKINGSVLAM
(Zie fig. 14)
AFSTELLING LUCHTKLEP:
Draai de schroef (8) één draai los; zo blijft de bran-
der in kleine vlam.
Schroef de moer (5) los en draai de schroef (4) tot
de wijzer (6) in de gewenste stand staat.
Blokkeer op dat punt de moer (5) en draai de
schroef (8) vast.
AFSTELLING HYDRAULISCHE VERTRAGER
De hydraulische vertrager is in de fabriek afgesteld
op 9 bar.
De manometer voor de controle van de druk moet
worden gemonteerd op de plaats van de stop
(4, fig. 8, blz 4).
Indien men wenst de druk aan te passen, draai dan
aan de regelschroef (7) nadat u de schroef (8) los-
draaide.
2310
(zie fig. 13)
OPGELET
4,5
Fig. 13
Fig. 14
S7161
7
NL
DE AFSTANDEN MOETEN
WORDEN GERESPECTEERD
0
6
– 0,5 mm
4
5
3
2
1
÷
7
mm
D5085