Instellingen – Oproepsignalering
Flitslicht in-/uitschakelen
U kunt aankomende oproepen ook met een bijkomend flitslicht laten signaleren. Het flits-
licht straalt aan de achterkant van de telefoon.
1. Druk op de toets P en daarna op de toets
2. Voer nu één van de beide volgende codes in:
a. Code „40" schakelt het flitslicht uit.
b. Code „41" schakelt het flitslicht in, daarbij brandt het flitssymbool op de display van
de telefoon.
3. Druk op de toets P om de instellingen op te slaan.
4. Voer opnieuw een code in of druk op de toets P om het menu Instellingen te verlaten.
Opmerking:
Als de stroom uitvalt, werkt het flitslicht niet!
Oproepsignaal in-/uitschakelen
1. Druk op de toets P en daarna op de toets
2. Voer nu één van de beide volgende codes in:
a. Code „20" schakelt het oproepsignaal uit.
b. Code „21" schakelt het oproepsignaal in.
3. Druk op de toets P om de instellingen op te slaan.
4. Voer opnieuw een code in of druk op de toets P om het menu instellingen te verlaten.
Volume van het oproepsignaal instellen
Het belvolume van de telefoon kan d.m.v. een schuifregelaar aan de achterkant van de
telefoon worden ingesteld.
Toonaard van het oproepsignaal
U hebt de keuze tussen 7 verschillende akoestische beltonen.
1. Druk op de toets P en daarna op de toets
2. Voer de Code „23" in. Op de display verschijnt de laatste signaalinstelling.
3. Met de cijfertoetsen 1-8 kunt u het oproepsignaal veranderen.
4. Druk op de toets P om de instellingen op te slaan.
5. Voer opnieuw een code in of druk op de toets P om het menu instellingen te verlaten.
100 Nederlands
.
#
.
#
.
#