MAM modus (sterk aanbevolen)
• In MAM modus, 3 metingen worden automatisch genomen in
volgorde en het resultaat wordt dan automatisch geanalyseerd
en weergegeven. Omdat de bloeddruk constant schommelt, is
een op deze manier bepaald resultaat betrouwbaarder dan een
die is verkregen door een enkele meting.
• Wanneer u de MAM stand selecteert, verschijnt het MAM-
symbool BM in het display.
• Het gedeelte rechtsonder in het display toont een 1, 2 of 3 om aan
te geven welke van de 3 metingen momenteel genomen wordt.
• Tussen de metingen wordt een rusttijd van 15 seconden aange-
houden. Het aftellen wordt weergegeven in het scherm.
• De individuele resultaten worden niet weergegeven. Uw bloeddruk
zal alleen worden getoond nadat alle 3 de metingen zijn verricht.
• Verwijder de manchet niet tussen de metingen.
• Als een van de afzonderlijke metingen twijfelachtig was, dan
wordt een vierde automatisch genomen.
3. Bloeddruk meten
Stappenplan voor een betrouwbare bloeddrukmeting
1. Vermijd activiteit, eten of roken vlak vóór een meting.
2. Ga zitten op een stoel met rugsteun en ontspan voor 5 minuten.
Houd uw voeten naast elkaar op de grond en zit niet met de
benen over elkaar.
3. Meet altijd aan dezelfde arm (normaal links). Het wordt
aanbevolen dat artsen bij een eerste bezoek van een patiënt
beide armen meet om de te meten arm te bepalen. Aan de arm
met de hogere bloeddruk moet worden gemeten.
4. Verwijder de kleding die de bovenarm bedekt, mouwen moeten
niet worden opgerold om afklemmen te voorkomen.
5. Zorg er altijd voor dat de juiste manchetmaat wordt gebruikt
(markering arm omtrek staat vermeld op het manchet).
• Bevestig de manchet om de arm, maar niet te strak.
• Zorg ervoor dat de manchet 2 cm boven uw elleboog is
geplaatst.
• De artery mark op de manchet (ca. 3 cm lange bar) dient op
de ader van de arm (binnenkant) te worden gelegd.
• Ondersteun uw arm zodat deze ontspannen is.
• Zorg dat de manchet op dezelfde hoogte is als uw hart.
6. Druk op de AAN/UIT knop 1 om de meting te starten.
BP A3L Comfort
7. De manchet wordt nu automatisch opgeblazen. Ontspan,
beweeg niet en span uw armspieren niet totdat het meetresul-
taat wordt getoond. Adem normaal en praat niet.
8. De meting vindt plaats tijden het oppompen van de manchet.
De snelheid waarmee de manchet wordt opgepompt kan per
meting verschillen, dit is normaal.
9. Tijdens de meting knippert het hartslag symbool BK op het
scherm.
10.Het resultaat, inclusief de systolische AP en de diastolische AQ
bloeddruk en de hartslagfrequentie AR wordt weergegeven.
Raadpleeg ook deze handleiding voor uitleg van de overige
weergaven.
11.Indien de meting klaar is, verwijder de manchet.
12.Schakel het apparaat uit. (De monitor gaat automatisch uit na
ongeveer. 1 min.).
Een meting uitvoeren zonder deze op te slaan
Zodra de meting is uitgevoerd en het resultaat wordt weergegeven
in het display houdt u de AAN/UIT knop 1 ingedrukt totdat de «M»
BP in het display knippert. Druk dan vervolgens op de M-knop AK,
dan wordt de meting verwijderd en niet opgeslagen in het geheugen.
U kunt de meting op elk gewenst moment beëindigen door
op de AAN/UIT knop te drukken (bijv. wanneer u een onge-
makkelijke of een onplezierige druk voelt).
4. Weergave van aritmiedetectie (PAD)
Dit symbool BN geeft aan dat bepaalde onregelmatigheden in de
polsslag tijdens het meten werden waargenomen. In dit geval kan
het resultaat afwijken van uw normale bloeddruk – herhaal de
meting. In de meeste gevallen is dit geen reden voor ongerustheid.
Echter, als het symbool regelmatig verschijnt (bijv. een paar keer
per week met dagelijkse metingen) raden wij u aan dit aan uw arts
te vertellen. Laat uw arts de volgende uitleg zien:
NL
59