Als het toestel reeds aanstaat en er een kookplaat werkt:
1. Maak de selectie ongedaan door op de overeenkomstige
selectietoets (2) te drukken: de decimale punt (13) dooft;
2. Druk op de timer-toets (7);
3. Stel met de toetsen "+" en "-" de gewenste tijd in.
De kookwekker afzetten
Wanneer de tijd verstreken is, gaat er een 2 minuten durende "biep"
af. Om die "biep" af te zetten, drukt u op eender welke toets.
Als u de timer voortijdig wil uitzetten:
1. Druk op de timer-toets (7).
2. Zet de tijd op nul door de toets "-" (4) ingedrukt te houden.
Snel uitzetten
1. Druk tegelijkertijd op de toetsen "+" en "-" (5 en 4), en de
timer wordt uitgeschakeld.
Pauzemodus
De pauzemodus activeren
Wanneer kookzones actief zijn, kunt u ze stopzetten door 1
seconde lang op de "Pauze"-knop te duwen.
Tijdens de pauze
Geprogrammeerde timers worden stopgezet en dat blijft zo
zolang de pauzefunctie niet wordt uitgeschakeld.
De pauzemodus kan maximum 10 minuten duren. Als deze
binnen die tijd niet wordt uitgeschakeld, zet de Touch Control
zichzelf uit. De Touch Control kan op elk moment worden
uitgezet met de Aan/uit-knop en in dat geval wordt de
pauzemodus ook uitgeschakeld.
De pauzemodus uitschakelen
Duw op de pauzeknop en onmiddellijk daarna op eender welke
andere knop om de vorige instellingen te herstellen. Als u binnen
de 10 seconden nadat u op de pauzeknop hebt geduwd geen
andere knop gebruikt, schakelt de Touch Control zichzelf uit.
Voorzorgsmaatregelen: (Afb. 3)
- Bij het gebruik van de elementen wordt aangeraden om
gebruik te maken van pannen met een platte bodem, waarvan
de diameter gelijk is of iets groter dan is aangegeven op de
plaat;
- Overkoken van vloeistof vermijden; daarom bij het aan de
kook raken of hoe dan ook bij verwarmde vloeistoffen de
toevoer van warmte verminderen;
- de elementen niet ingeschakeld laten zonder pan of met een
lege pan of braadpan.
- Indien het oppervlak van de kookplaat beschadigd raakt,
moet u de stroomtoevoer van het apparaat onmiddellijk
uitschakelen om elektrische schokken te vermijden.
- Gebruik geen stoomreinigers op de kookplaat.
- Dit apparaat is niet geschikt voor personen (inclusief
kinderen) wiens fysieke, sensorische of mentale vermogens
beperkt zijn of die onvoldoende ervaring of kennis hebben,
tenzij zij uitleg of gebruiksinstructies voor het apparaat hebben
gekregen van een persoon die verantwoordelijk is voor hun
veiligheid.
- Laat kinderen nooit alleen om zeker te zijn dat ze niet met
het apparaat spelen.
Onderhoud (Afb. 4)
Stukken van bladaluminium, overblijfsels van levensmiddelen,
scheuten van vet, suiker, of sterk suikerhoudende spijzen
moeten met een schraper van de kookvlakte onmiddellijk
verwijderd worden om mogelijke beschadiging van de
bladoppervlakte te voorkomen. Reinig de kookplaat na gebruik
met een geschikt product en keukenpapier; spoel vervolgens
met water en droog de plaat af met een schone doek. Gebruik
nooit sponzen of schuursponzen; vermijd gebruik van
agressieve chemische detergenten of ontvlekker.
Instructies voor de installateur
Installatie
De
onderstaande
instructies
gekwalificeerde installateur, die de installatie, regeling en het
onderhoud uitvoert volgens de geldende wetten en normen.
Reparaties moeten altijd worden uitgevoerd terwijjl de
stroomvoorziening van het apparaat is onderbroken.
Plaatsing (Afb. 5)
1 Vooraanzicht
2 Zijaanzicht
Het apparaat is voorzien om te worden verzonken in een
keukenblad zoals geillustreerd in de betreffende figuur. Dicht
de ruimte tussen het keukenblad en de plaat rondom af met de
bijgeleverde kit.
Elektrische aansluiting
Alvorens de elektrische aansluiting te verrichten verzekert
men zich ervan dat:
- de karakteristieken van het stroomvoorzienende apparaat
voldoen aan hetgeen is vermeld op de registratieplaat onderop
de kookplaat;
- dat het stroomvoorzienende apparaat voorzien is van een
effectieve
aardeverbinding
voorgeschreven normen en beschikkingen. Het aarden is
verplicht volgens de wet.
In het geval dat het apparaat niet is uitgerust met een kabel
en/of stekker, dient gebruik gemaakt te worden van materiaal,
geschikt voor de stroomvoering en de werktemperatuur, zoals
aangegeven op de registratieplaat. De kabel mag op geen enkel
punt een temperatuur bereiken die hoger is dan 50°C boven de
omgevingstemperatuur. Wenst men een directe verbinding met
het
lichtnet,
dan
onderbrekingsschakelaar tussen te plaatsen, met een minimale
afstand van 3 mm tussen de contacten, die gedimensioneerd is
voor het geregistreerd vermogen en voldoet aan de geldende
normen (de aardekabel geel/groen mag niet door de schakelaar
worden onderbroken). De stekker of schakelaar moet
gemakkelijk bereikbaar zijn als de apparatuur eenmaal
geinstalleerd is.
De fabrikant wijst iedere verantwoordelijkheid af in geval dat
het bovenstaande en de gebruikelijke preventieve normen niet
worden gerespecteerd.
Als de voedingskabel beschadigd is, moet deze door de
fabrikant of door de technische dienst worden vervangen of in
elk geval door een persoon met een soortgelijke kwalificatie,
zodat elk gevaar wordt vermeden.
zijn
bedoeld
volgens
de
is
het
noodzakelijk
voor
de
wettelijk
een