Installeren van de DAB-antenne
Verbind een DAB-antenne met de DAB-antenne-aansluiting. (Pagina 3)
• DAB-antenne wordt meegeleverd voor
informatie het volgende.
KMR-M505DAB
• Voor
dient u de DAB-antenne afzonderlijk aan te schaffen. Zie
voor meer informatie de instructiehandleiding die is meegeleverd met de DAB-
antenne.
Voorzorgen
• De stripantenne (F) is uitsluitend voor gebruik in de auto.
• Installeer niet op de volgende plaatsen:
– waar de antenne het zicht van de bestuurder hindert.
– waar het de werking van veiligheidsvoorzieningen, bijvoorbeeld airbags, kan
hinderen.
– op beweegbare glazen oppervlakken, bijvoorbeeld de achterklep.
– aan de zijkant van de auto (bijvoorbeeld portier, voorzijruit).
– op achterruit.
• De signaalsterkte wordt zwakker wanneer de antenne op de volgende lokaties
is geplaatst:
– op IR-reflecterend glas of plaatsen die met spiegelachtige glasstroken zijn
bedekt.
– waar het de normale radio-antenne (patroon) overlapt.
– waar het ruitverwarmingsdraden overlapt.
– op glas dat radiosignalen blokkeert (bijvoorbeeld IR-reflecterend glas,
thermisch isolatieglas).
• Slechte ontvangst wordt mogelijk veroorzaakt door:
– ruis wanneer een ruitewisser, airconditioner of motor wordt ingeschakeld.
– de richting van de zender in verhouding tot de auto (antenne).
• Verwijder olie en vuil van het te gebruiken oppervlak met de bijgeleverde
reiniger (I).
• Buig en beschadig de stripantenne (F) niet.
• De antenne kan mogelijk niet in bepaalde auto's worden bevestigd.
• Controleer de richting van de kabel van de stripantenne (F) en versterkerunit (G)
alvorens op te plakken.
• Gebruik geen glasreiniger na het opplakken van de stripantenne (F).
4
Onderdelenlijst (bijgeleverd)
(F) Stripantenne (×1)
(G) Versterkerunit (kabel met booster, 3,5 m) (×1)
. Zie voor meer
(H) Kabelklem (×3)
(I) Reiniger (×1)
Bepaal de positie voor het installeren van de antenne
• De richting van de stripantenne (F) is verschillend afhankelijk of de
stripantenne (F) aan de rechterkant of aan de linkerkant wordt geplaatst.
• Controleer beslist de plaats en richting van de stripantenne (F) alvorens
werkelijk te bevestigen. De stripantenne kan niet opnieuw worden
opgeplakt.
• Zorg dat er ten minste 100 mm afstand tot andere antennes is.
• Plak de versterkerunit (G) niet op de keramische strook (zwart gedeelte)
rond het voorruit. De plakkracht is daar namelijk niet goed.
De antenne aan de linkerkant installeren
* Plak het aardingsvel van de versterkerunit (G) op het metalen gedeelte van
de voorpilaar.
De antenne aan de rechterkant installeren
Keramische strook (zwart gedeelte)
(F)
(G)
Aardingsvel*
Aardingsvel*
(G)
(F)