Ottobock 6A20-10 Instrucciones De Uso página 42

14) Wikkel Plastaband om het gedeelte van het ingietanker dat wordt
vastgeklemd, om te voorkomen dat dit in contact komt met lami­
neerhars. Zo weet u zeker dat de klemverbinding overal even
sterk wordt.
15) Breng over de armen van het ingietanker schuin over elkaar twee
lagen carbonweefsel (bijv. 15 cm x 15 cm) aan.
16) Breng twee lagen perlon tricotkous over het model aan en bind
deze onder de cilinderkopbout van het ingietanker af.
17) Breng hierover twee lagen gevlochten carbonkous aan en bind
deze onder de cilinderkopbout van het ingietanker af.
18) Breng twee lagen perlon tricotkous over het model aan en bind
deze onder de cilinderkopbout van het ingietanker af.
19) Bekleed het model met geweekt PVA-buisfolie.
20) Lamineer het gipsmodel met Orthocryl lamineerhars.
21) Verwijder het lamineerbeschermkapje, wanneer de lamineerhars
is uitgehard.
5.2.2 Onderbeenkoker lamineren
Benodigde materialen: momentsleutel 710D4, cilinderkopbout,
>
zetijzer 711S4*, PVA-buisfolie 99B81, perlon tricotkous 623T3,
carbonband 616B1, glasvezel-roving 699B1, carbonweefsel
616G12, glasvezelmat 616G4, gevlochten carbonkous 616G15,
Orthocryl lamineerhars 80:20 PRO 617H119
1) Breng twee lagen perlon tricotkous over het model aan en bind
deze af om de halvekogelvormige dummy.
2) Breng rondom ter hoogte van het MPT-punt (het midden van de
patellapees) een laag carbonband aan.
3) Breng mediaal en lateraal vanaf de halvekogelvormige dummy
tot aan de kokerrand een laag carbonband aan (breedte: 5 cm).
4) Breng anterior en posterior vanaf de halvekogelvormige dummy
tot aan de kokerrand een laag carbonband aan (breedte: 5 cm).
5) Breng als onderlaag voor de ankerarmen op het carbonband vier
stroken (ca. 5 cm x 3 cm) glasvezelmat aan.
42
6) Breng aan het distale uiteinde van het model rondom de halveko­
gelvormige dummy schuin over elkaar twee lagen carbonweefsel
aan (bijv. 15 cm x 15 cm).
7) Breng twee lagen perlon tricotkous over het model aan en bind
deze af om de halvekogelvormige dummy.
8) Schroef de shuttle lock zo ver mogelijk in het ingietanker en draai
de bout van de klemverbinding aan (aanhaalmoment: 10 Nm).
9) Plaats het ingietanker in de lengterichting van de stomp op de
halvekogelvormige dummy.
10) Richt de armen van het ingietanker uit in a–p- en m–l-richting.
Richt de klemverbinding nooit uit naar anterior of posterior.
11) Optioneel: Pas de armen van het ingietanker met een zetijzer aan
het model aan.
12) Vervang de shuttle lock door het lamineerbeschermkapje (zie
pagina 43).
13) Wikkel Plastaband om het gedeelte van het ingietanker dat wordt
vastgeklemd, om te voorkomen dat dit in contact komt met lami­
neerhars. Zo weet u zeker dat de klemverbinding overal even
sterk wordt.
14) Trek glasvezel-roving door de boorgaten in de ankerarmen en laat
dit in lussen omlaaghangen. Wanneer er geen boorgaten aanwe­
zig zijn, leg dan het glasvezel-roving lusvormig om de ankerar­
men.
15) Breng over de armen van het ingietanker schuin over elkaar drie
lagen carbonweefsel (bijv. 15 cm x 15 cm) aan.
16) Breng twee lagen perlon tricotkous over het model aan en bind
deze onder de cilinderkopbout van het ingietanker af.
17) Knip een stuk gevlochten carbonkous af (1,3 keer zo lang als het
gipsmodel) en breng dit aan over het model.
18) Bind de overtollige gevlochten carbonkous af onder de cilin­
derkopbout van het ingietanker en sla deze over het gipsmodel
heen om.
19) Breng twee lagen perlon tricotkous over het model aan en bind
deze onder de cilinderkopbout van het ingietanker af.