Eén kant van het werkstuk wordt tegen de paral-
lelle aanslag (7) geduwd, terwijl de vlakke zijde
op de zaagtafel (1) ligt.
De zaagbladbescherming (2) moet altijd op het
werkstuk worden neergelaten.
De werkstand bij het zagen in lengterichting mag
nooit in één lijn met het verloop van de snede zijn.
•
Parallelle aanslag (7) instellen al naargelang
de hoogte van het werkstuk en de gewenste
breedte (zie 7.2).
•
Zaag inschakelen.
•
Handen met gesloten vingers plat op het
werkstuk leggen en het werkstuk langs de
parallelle aanslag (7) het zaagblad (4) in
schuiven.
•
Zijdelingse geleiding met de linker of rechter
hand (al naargelang de positie van de paral-
lelle aanslag) slechts tot de voorkant van de
beschermkap leiden.
•
Werkstuk altijd tot aan het einde van het
spouwmes (5) doorschuiven.
•
Het snijafval blijft op de zaagtafel (1) liggen,
tot het zaagblad (4) weer tot stilstand is geko-
men.
•
Lange werkstukken aan het einde van het
snijden beveiligen tegen eraf kantelen (bijv.
afrolstaander enz.)!
8.1.1 Snijden van smalle werkstukken (afb.
15)
Langssneden van werkstukken met een breedte
van minder dan 150 mm moeten absoluut met
behulp van een schuifstok (3) worden uitgevoerd.
Schuifstok is niet meegeleverd. Versleten resp.
beschadigde schuifstok onmiddellijk vervangen.
8.1.2 Snijden van zeer smalle werkstukken
(afb. 16)
•
Voor langssneden van zeer smalle werkstuk-
ken met een breedte van 50 mm en minder
moet zeker een schuifhout worden gebruikt
•
Daarbij gebruikt u best het lage geleidevlak
van de parallelle aanslag.
•
Schuifhout niet meegeleverd (verkrijgbaar in
de erkende speciaalzaak)! Versleten schuif-
hout tijdig vervangen.
8.2 Uitvoeren van schuine sneden (afb.
13/17)
Schuine sneden worden in principe uitgevoerd
met behulp van de parallelle aanslag (7). Wan-
neer u bij het schuin snijden het zaagblad (4) naar
links neigt, dan plaatst u de parallelle aanslag
(7) aan de rechterkant van het zaagblad (4). Leid
het werkstuk tussen zaagblad (4) en parallelle
Anl_TC_TS_200_SPK2.indb 47
Anl_TC_TS_200_SPK2.indb 47
NL
aanslag (7).
•
Zaagblad (4) instellen op de gewenste hoek-
maat (zie 7.4).
•
Parallelle aanslag (7) instellen al naargelang
breedte en hoogte van het werkstuk (zie 7.2).
•
Snede uitvoeren al naargelang de breedte
van het werkstuk (zie 8.1.1 en 8.1.2).
8.3 Uitvoeren van dwarssneden (afb. 18)
•
Dwarsaanslag (14) in de groef (21) van de
zaagtafel schuiven en instellen op de ge-
wenste hoekmaat (zie 7.3).
•
Werkstuk stevig tegen de dwarsaanslag (14)
aan drukken.
•
Zaag inschakelen.
•
Dwarsaanslag (14) en werkstuk naar het
zaagblad toe schuiven om de snede uit te
voeren.
•
Waarschuwing!
Houd altijd het geleide werkstuk vast, nooit
het vrije werkstuk dat afgesneden wordt.
•
Dwarsaanslag (14) altijd blijven vooruitschu-
iven, tot het werkstuk helemaal is doorges-
neden.
•
Zaag weer uitschakelen. Zaagafval pas verwi-
jderen als het zaagblad stilstaat.
9. Vervanging van de
netaansluitleiding
Gevaar!
Als de netaansluitleiding van dit apparaat be-
schadigd wordt, dan moet hij door de fabrikant
of diens klantendienst of door een gelijkwaardig
gekwalifi ceerde persoon vervangen worden, om
gevaren te vermijden.
10. Reiniging, onderhoud en
bestellen van wisselstukken
Gevaar!
Trek vóór alle schoonmaakwerkzaamheden de
netstekker uit het stopcontact.
10.1 Reiniging
•
Hou de veiligheidsinrichtingen, de ventila-
tiespleten en het motorhuis zo veel mogelijk
vrij van stof en vuil. Wrijf het toestel met een
schone doek af of blaas het met perslucht bij
lage druk schoon.
•
Het is aan te bevelen het toestel direct na elk
gebruik te reinigen.
- 47 -
13.11.2019 13:02:14
13.11.2019 13:02:14