Emerson FloBoss 103 Instrucciones De Seguridad Para De Uso página 23

Instructies voor veilig gebruik - FloBoss 103
Opmerking: De leidingmontageset van
Rosemount is niet geschikt voor de
roestvrijstalen behuizing. De klant dient voor de
juiste montage te zorgen.
Op een flensplaat d.m.v. een 3- of
5-wegverdeelstuk. Zie Afbeelding 9.
In de fabriek wordt de connector van de
dubbelvariabele sensor op een coupler aangesloten,
die rechtstreeks met 4 bouten op de behuizing van
de FloBoss wordt gemonteerd.
Wanneer de FloBoss 103 zonder een DVS wordt
toegepast, kan op die plaats een optionele blindplaat
worden gemonteerd. In de fabriek wordt de
blindplaat rechtstreeks op een vlakke flens op de
behuizing van de FloBoss gemonteerd met 4 bouten.
De blindplaat wordt op een leidingsteun gemonteerd
met behulp van de standaard Rosemount 2"-
leidingmontageset en 2 niet-meegeleverde bouten
(5/16 x 1 3/8) en borgringen.
Bij beide montagemethoden moeten de
drukingangen aangesloten worden op de
procesaansluitingen op de DVS-sensor. Zowel de
statische- als de differentiële-drukleiding wordt
aangesloten op vrouwelijke 1/4-18 NPT-
aansluitingen aan de onderzijde van de DVS-sensor.
Meer informatie over het aansluiten en afsluiten van
het verdeelstuk vindt u in de handleiding van de
FloBoss 103 Flow Manager (Document A6114).
De DVS-sensor is een upstream-apparaat, wat
betekent dat de statische-drukleiding gewoonlijk op
de hogedrukzijde (met de markering H op de
sensorbehuizing) is aangesloten.
4. De FloBoss moet goed geaard worden. De
FloBoss 103 heeft één aardingsschroef aan de
buitenzijde van de behuizing en twee
aardingsschroeven aan de binnenzijde ervan.
Zie Afbeelding 3.
Aardings-
schroef aan
buitenzijde
Afbeelding 3. Achterzijde van de FloBoss 103
(met aansluitpaneel)
All manuals and user guides at all-guides.com
Door een goede aarding van de FloBoss 103
worden de effecten van elektrische stoorsignalen
gereduceerd en is het apparaat beschermd tegen
blikseminslagen. De FloBoss beschermt de interne
bekabeling van de elektrische in- en uitgangen
tegen blikseminslagen. Installeer een
overspanningsbeveiliging bij het uitschakelpunt van
gelijkspanningsbronnen om de geïnstalleerde
apparatuur te beschermen tegen blikseminslag en
piekspanningen. Het verdient mogelijk ook
aanbeveling om een overspanningsbeveiliging voor de
inbelmodemkaart te monteren.
Alle aardingen mogen maximaal een staaf- of
roosterimpedantie van 25 ohm hebben, gemeten met
een aardingstester. De aardingsdraad mag tussen de
aarding van de behuizing van de FloBoss en de
aardingspen of het aardscherm een weerstand
hebben van 1 ohm of minder.
Als de impedantie tussen leiding en aarde hoger is
dan 2 ohm, moet de FloBoss-installatie elektrisch
geïsoleerd worden en aangesloten worden op een
aardpen of aardscherm.
Voor de bekabeling voor het I/O-signaal adviseren
we om een geïsoleerde, afgeschermde, twisted pair-
kabel te gebruiken. De twisted pair-kabel en de
afscherming minimaliseren signaalfouten als gevolg
van EMI (elektromagnetische interferentie), RFI
(radiofrequentie-interferentie) en transiënten.
5. De FloBoss moet aangesloten worden op de
voedingsspanning, I/O-apparaten en communicatie-
apparatuur. De externe aansluitingen, of lokale
aansluitingen, bevinden zich alle op het
aansluitpaneel. Op het aansluitingenblok kan
bekabeling tot maximaal 16 AWG worden gebruikt.
De connectoren van het FloBoss-aansluitpaneel zijn
uitgevoerd als klemaansluitingen. De
voedingsspanning (CHG+ / CHG-) wordt met behulp
van een stekker aangesloten, waarin bekabeling tot
maximaal 16 AWG mag worden gebruikt. Maak in
alle gevallen de verbindingen door het uiteinde van
de ader te strippen (maximaal 6 mm), het gestripte
uiteinde van de ader onder het klemplaatje onder de
Aardings-
aansluitschroef te steken en deze vervolgens met
schroeven
0,25 Nm vast te draaien.
binnen in
de
Leid de bekabeling via de doorvoeropeningen.
behuizing
Ongebruikte doorvoeropeningen moeten met de
meegeleverde metalen pluggen afgesloten blijven
om de vlambestendigheid van de behuizing te
garanderen. Als deze pluggen om welke reden dan
ook moeten worden vervangen, mag dit alleen
gebeuren door gecertificeerde pluggen of
draadadapters die voldoen aan de
productspecificaties of deze overtreffen.
Document A6150
Pagina 3