6. Opbouw en bediening
Na levering en vóór ieder gebruik de toestand van
de ladder inspecteren, de goede werking van alle
componenten moet zijn gewaarborgd.
AANWIJZING
Pas op voor beschadigingen!
De ladder altijd zorgvuldig behandelen.
De ladder bedachtzaam en voorzichtig uittrekken
en weer in elkaar schuiven. In het geval van een
gedeukte of beschadigde ladderboom laat de lad-
der zich mogelijk slechts moeilijk of in het geheel
niet uittrekken of in elkaar schuiven.
6.1 Montage van de aflegschaal
Aflegschaal [J] met bijgeleverde kruiskopschroef op
de ladderboom bevestigen.
6.2 Aanwijzing voor het gebruik van de
staladder
De ladder heeft twee uitschuifbare ladderstaanders
[C-1, C-2], die een variabele hoogte-instelling
mogelijk maken. De ladder kan daardoor als 3-, 4-
of 5-tredige staladder worden gebruikt.
Voorafgaand aan gebruik moeten de uitschuifbare
ladderstaanders [C-1, C-2] zijn vergrendeld.
Op de beide geleiderails bevindt zich een verste-
leenheid [G] met de vergrendelingsindicatie [H].
•Is de vergrendelingsindicatie [H-1] "GROEN"
zichtbaar, is de ladder vergrendeld en kan worden
beklommen.
•Is de ontgrendelingsindicatie [H-2] "ROOD"
zichtbaar, is de ladder vergrendeld en kan worden
versteld.
De uitschuifbare ladderstaanders klikken bovendien
hoorbaar vast.
WAARSCHUWING
Gevaar van letsel!
Ladder alleen beklimmen als de treden veilig ver-
grendeld zijn. De vergrendelingsindicatie "GROEN"
moet volledig zichtbaar zijn.
6.1
6.2
nl
93